Zie je wel, ik ben niet belangrijk

Van de week had ik een gesprek met Paul. Hij werkt als projectleider bij een gemeente op de Veluwe. Twee jaar geleden rondde hij een Heldere Zakentraject af en sindsdien spreken we elkaar af en toe. We nemen actuele kwesties van zijn werk door – en bespreken wat hij er zelf aan kan doen.

Uitdagingen blijven er altijd

Want hoe goed je de Dramadriehoek en Heldere Driehoek ook kent: Uitdagingen blijven er altijd.
Voor Paul’s is dit (met stip): conflictvermijding. Vroeger, thuis, waren er veel spanningen. Hij heeft daar geleerd dat het beter is om ruzie en gedoe te vermijden. En hij niet alleen: het hele gezin was er goed in om water bij de wijn te doen.

Kinderbesluiten worden ‘grote-mensen problemen’

Paul heeft daarop (onbewust) besloten dat gedoe vermeden moet worden. En om dat te bereiken is hij erop gebrand zijn werk zo perfect mogelijk doen. Want wanneer er niets op aan te merken is, ontstaat er ook geen gedoe over. Logisch.
Een ander besluit dat hij in zijn kinderjaren nam, is dat het bij dreigende conflicten beter is om niet te gaan strijden maar je er snel bij neer te leggen.

Het besluit zit in de weg

Deze besluiten zijn inmiddels zo vanzelfsprekend voor Paul dat hij er niet meer over nadenkt. Het zit gewoon ‘in’ hem. Andere opties komen niet in hem op. Dus sturen ze onbewust, dus op de achtergrond, Paul’s gedrag. In grote dingen en in kleine, schijnbaar onbelangrijke dingen. Zoals hier:

Paul’s probleem

Paul heeft een afspraak met een externe adviseur en heeft – precies zoals het hoort, zo doet Paul dat – een spreekkamer gereserveerd. Maar wanneer hij exact om 10.00 uur met zijn bezoek daar aankomt, blijkt het kamertje bezet. En oei, er zit ook een wethouder bij. Geen enkel teken van een snelle afronding. Shit. OK, nu even assertief zijn. Paul haalt diep adem, klopt op de deur. ‘Goedemorgen, deze ruimte is gereserveerd’. Verstoorde blikken. De leidinggevende: ‘Paul, doe mij een plezier, zoek even een andere plek’ en daarmee is de kous af.

Frustratie! Irritatie!

Wel verdomme! Nou dat weer! Paul is goed pissig maar laat dit niet blijken. Heeft geen zin. Wint -ie toch niet. En er zit een wethouder bij!
Dus daar gaat hij. Met de externe op z’n hielen de spreekkamers langs. Die- zul je altijd zien – allemaal gereserveerd zijn. Paul ziet van binnen roodgloeiend van woede. Want zo gaat het vaker. Niet alleen om spreekkamertjes hoor.
Hoe doorbreekt hij dat patroon?

Paul voelt dit als dikke vette minachting

Paul legt de houding van zijn collega’s uit als minachting. Minachting voor hem. Kijk dan: ze vinden hem helemaal niet belangrijk. Maakt niet uit hoe hard hij werkt. Of wat hij bijdraagt. Ze doen maar wat.

Het zijn die gedachten die hem heel boos maken. Op hen, en op zichzelf.  Want het is zo stóm dat hij zich als een geslagen hondje erbij neer legt. En wat moet die externe vent wel niet van hem denken?

Het is precies die ‘self talk’ waardoor Paul zich steeds machtelozer voelt. Hij neemt het geklets in zijn hoofd klakkeloos voor waar aan. Paul voelt zich klein en gepiepeld en voor gek staan. Hij kan niets meer bedenken om dit gedoe op een goede, gelijkwaardige manier op te lossen. En dat wordt allemaal veroorzaakt door hen, door die mensen in dat spreekkamertje.

Toch?

Analyse in Dramadriehoek

Bekijken we dit in de Dramadriehoek, dan zien we dat Paul zijn ‘favoriete rotpositie’ heeft ingenomen, die van Slachtoffer. Hij miskent zijn eigen mogelijkheden om dit gedoe een draai te geven en durft het gesprek niet aan te gaan. Daarmee Redt hij de boel (de rol van Redder) – hij neemt de verantwoordelijkheid van de collega’s die in het spreekkamertje zitten al direct over. Dat lijkt een veilige keuze maar hij maakt het probleem groter door hen vervolgens verwijten te maken in de rol van Aanklager. Zij doen het fout, terwijl hij toch alles goed heeft gedaan! En nou moet hij het weer oplossen! hij moet het weer oplossen! En zo schiet Paul weer in zijn favoriete rotpositie. Hij voelt zich een speelbal van de collega’s, van de situatie. Zie je het rondgaan in de Dramadriehoek? 

Zodra je je een speelbal voelt zit je in de Dramadriehoek. Er is je iets vervelends overkomen en je bent e ervan overtuigd dat het buiten jouw mogelijkheden ligt om er iets aan te doen. Je ziet ze gewoon niet!Vaak ben je emotioneel: boos, verdrietig, verontwaardigd, geïrriteerd. Precies zoals Paul nu.

Je invloed over de heg

Zit je in de Dramadriehoek dan gooi je je verantwoordelijkheid – en daarmee je invloed – over de heg. Dat doe je niet met opzet. Je reageert zoals je het gewend bent, vaak op een manier zoals je geleerd hebt op  jonge leeftijd. Je bent het zo gewend, dat je andere mogelijkheden gewoon niet meer ziet. Of echt niet durft. En daardoor gebeuren er dingen die je niet wilt, die niet effectief zijn.

Hoe kom je daar uit?

‘De gedachte dat het probleem niet van jou is, is het probleem!’
(Covey)

Welke opties heeft Paul dan wél? Wat ziet hij niet?

Nu het helder is dat Paul’s belemmerende patroon (van het vermijden van stellen van grenzen, vermijden van de confrontatie) hier de regie voert, kunnen we de Heldere Driehoek erbij pakken en andere opties onderzoeken.

Stap 1 is de Heldere Positie: uit de ongelijkwaardigheid van het patroon in de Dramadriehoek naar de gelijkwaardigheid.

In het ‘hier en nu’ spelen de verwachtingen en beoordelingen niet.

Je houdt het bij de feiten en dat maakt dat je anders naar de situatie kunt kijken. Zo bezien zegt de kwestie van het bezette spreekkamertje niets over Paul of hoe hij denkt dat anderen hem zien. Het is een bezet kamertje, meer niet. Het is zoals het is.

En opeens ziet Paul een andere optie: een gelijkwaardige reactie.

Want stel nou dat hij de deur had geopend en zonder oordeel of emotie had gezegd: “Collega’s, ronden jullie af? Paar minuutjes, dan halen wij even koffie. Drie minuten”– dan hadden zij hoogstwaarschijnlijk een andere reactie gegeven. Met meer overleg en oog voor elkaars belangen.

Is daarmee het probleem dan uit de wereld?

Nou, praktisch nog niet: ze zijn het kamertje nog niet uit. Maar de pijn van de minachting is er af. In plaats van zich stilzwijgend te voegen – en daarmee de gevoelde minachting in de hand te werken – geeft Paul aan wat zijn wensen en belangen zijn. Hij kwam op voor zichzelf. En dat is een oplossing voor een veel groter probleem dan een bezet spreekkamertje.

Denk je nou iets als

‘Ik weet helemaal niet (meer) wat ik wil, ik voeg me altijd naar wat een ander wil’. Lees er meer over in mijn blogs Stop met wegcijferen of  Het spel in de Dramadriehoek.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]