Geven of nemen!

“Als er iets gebeurt dat je eigenlijk niet wilt, kan het een incident zijn.
Als het twee keer gebeurt, is het zaak om alert te zijn.
Als het drie keer gebeurt, gebeurt het waarschijnlijk ook vier, vijf, zes keer. Een patroon.”¹

Het begon zo goed: Een organisatie (publiek, nonprofit) die trainingen geeft zoekt contact. Enthousiast gesprek met een heel leuk mens. Ze hebben gehoord van mijn aanpak en willen dit aanbieden aan hun collega’s in de zorg om de hoge werkdruk beter het hoofd te kunnen bieden.

En ja, ik heb een lekker praktische methodiek waarmee je harde werkers kunt laten ervaren hoe zij zelfbewuster (=op basis van eigen behoeften en waarden, zonder de relatie met de omgeving op het spel te zetten) kunnen werken.

Een prachtige win-win! De opdrachtgever wil mijn training het liefst gisteren nog op haar site zetten.

Mijn eerste ergernis ontstaat als de vergoeding ter sprake komt. Die is minimaal. Huh? Ik hoef echt niet het onderste uit de kan, maar dit allerlaagste tarief voor een training heb ik al jaren geleden achter me gelaten. Daarbij: we zijn beiden overtuigd van mijn product en de eerder behaalde resultaten zijn heel goed: dus waarom geen eerlijke prijs? Het gesprek eindigt onbeslist.

Mijn tweede ergernis is dat de opdrachtgever erop staat dat een van haar medewerkers mee mag doen met een van mijn training/coachingbijeenkomsten. Gratis. Want ‘dat is normaal in onze wereld, dat wij meekijken met onze trainers’. Een korting dan? Nee. Het moet gratis en voor niks.
Nou geef ik vaak en graag iets weg – als ik dat passend vind. Niet omdat het afgedwongen wordt. En vanwaar die plotselinge twijfel aan het product? Het lijkt een voorwendsel om de training voor niks te krijgen. Maar alla, vooruit dan, als het zo belangrijk is: laat maar komen. Dan kan ik bewijzen dat ik mijn geld waard ben.

En dan:
Alarmbellen! Je ziet, onze enthousiaste relatie begint al scheurtjes te vertonen.

Geruststelling. Nog voordat de ‘gratis’ training is geweest, word ik gevraagd een dagdeel voor het eigen team te verzorgen.

Ha, leuk! Erkenning! Telefoongesprek, offerte, voorbereidend gesprek op locatie, nieuwe offerte (laag geoffreerd, want toch doordrongen van ‘te duur’) – TOP! goed! energie! – overeenstemming!

O nee, toch niet. Een dag later krijg ik een mail. Geoffreerd bedrag is te hoog. Er moet nog wat van af.

Dit kan ik aan mezelf niet meer verantwoorden. En dat is een groot probleem. Want ik kan werkelijk geen ‘zelfbewust zijn’ uitdragen zonder het zelf te zijn.
De win-win, de +/+ waarin beide partijen, met het oog op een gezamenlijk doel, elkaar serieus nemen en respectvol zijn komt teveel onder druk. Voor mijn gevoel is het nu +/- : De opdrachtgever wint en ik verlies. Ik moet me als ‘ondergeschikte’ op stellen door te doen wat me opgedragen wordt. Mijn belang doet er niet toe.

Gelukkig is er altijd een keuze. Nu dus ook.
Kort gezegd: je kunt de situatie accepteren, je kunt de situatie proberen te veranderen of, als beide opties niet lukken: afscheid nemen.

Ik denk niet goed genoeg na – en kies voor optie twee: ‘veranderen’. Dus schrijf ik een mail met uitleg waarom het einde van ‘geld weggeven’ nu bereikt is. Dat ik graag wil meedenken, maar dat er dan ook iets voor terug moet komen: nl. een vergoeding van de vaste kosten van de training voor de medewerkster.
Natuurlijk, je ziet het goed, dit gaat niet om het geld, dit gaat om het principe.

Fijn. In een gesprek met de collega van de opdrachtgever volgt overeenstemming. Zij geeft erkenning voor het probleem en direct ben ik bereid water bij de wijn te doen. Van de oplossing word ik niet beter, maar ook niet slechter. En het geeft me voldoende gevoel van gelijkwaardigheid om door te gaan met de opdrachten.

De derde en grootste ergernis volgt de volgende dag: telefoon. De opdrachtgever zelf is zo geïrriteerd door mijn niet-coöperatieve opstelling (Hè? Excuse me?!) dat zij de samenwerking per direct stopt. 

Woow… die kwam aan.  Ik ben boos en verdrietig. Voel me niet erkend voor mijn intenties, inzet en kwaliteiten.

(Ja, drie keer is een patroon. We zitten samen in de Dramadriehoek.)

Maar let op: ik heb het zelf gedaan. ‘Het feit dat je denkt dat het probleem niet van jou is, is het probleem’².  Natuurlijk ben ik er zelf ingestonken, heb het spelletje te lang door laten gaan. De gelijkwaardigheid was al weg en ik ging door, tegen beter weten in. Lekker zelfbewust *not*.

 Als trainer/coach ‘zelfbewust werken’ is een gelijkwaardige relatie met mijn opdrachtgever cruciaal om mijn werk goed te kunnen doen. ‘Walk the talk’ is leidend voor wat ik doe. In de toekomst zal ik dit helder uitdragen.

¹ Aldus Anne de Graaf en Klaas Kunst in hun boek ‘Duurzaam leidinggeven’, 2010.
² Covey

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]