Als er iets dwars zit tussen mensen, nemen zij – vaak onbewust – een houding aan die dominant of onderschikt is ten opzichte van de ander. Deze ongelijkwaardigheid in relaties voel je haarfijn aan en is de oorzaak van veel gedoe. En dat is precies waar het bij Heldere Zaken over gaat.

Het aannemen van zo’n ongelijkwaardige houding is heel menselijk. Ik deed het zelf ook vaak (en eerlijk is eerlijk: het gebeurt me nog steeds wel eens). Dan ging ik me aanpassen en sprak ik me niet uit terwijl ik van binnen boos en verdrietig was. Dat gaf een hoop frustratie dat er dan later toch uitkomt. Zo kwam ik telkens in allerlei gedoe terecht. Inmiddels heb ik van het oplossen van dat soort gedoe mijn vak gemaakt. Vandaag neem ik je graag mee in het ontstaan van Heldere Zaken, en vertel ik je hoe mijn persoonlijke ervaring mij daarin gevormd heeft.  

Ik zeg vaak: ‘ik ben goed in gedoe’. Ik heb verschillende banen gehad waar ik met veel energie in dook; banen die ik oprecht leuk vond, waarin ik hard werkte en gewaardeerd werd – en die dan toch telkens met een hoop gedoe eindigden. Waar ik dan niks van begreep, want ‘ik had toch zo mijn best gedaan?’. Ik gaf iedereen de schuld behalve mezelf. Zo ook bij mijn laatste werkgever, de gemeente Eindhoven; ik deed daar echt hele toffe en uitdagende klussen met goede mensen om me heen. Toch was er zo veel spanning waar ik niet mee kon dealen dat ik met een flinke burn-out thuis kwam te zitten. Een psycholoog gaf me inzicht in het inefficiënte communicatiepatroon maar de concrete oplossingen bleven uit.

Ik ben niet de enige die last heeft van dit soort gedoe. Zo’n ondergeschikte of dominante houding is een overlevingsstrategie die iedereen wel eens toepast. Ik zag in dat ik niet de enige was met dit soort ‘struggles’. Ook zag ik dat ik dit patroon deels van mijn ouders had overgenomen. Hoe zij met moeilijke situaties en conflicten omgingen, zo deed ik het ook. Maar dat betekende dus ook dat als ik niets zou veranderen, ik deze patronen ook aan mijn kinderen zou doorgeven. Dat gaf de doorslag. Ik nam in 2007 ontslag bij de gemeente en begon met Heldere Zaken met de diepe wens om voor mezelf een concrete en praktische manier te vinden om dat ongelijkwaardige gedoe te laten stoppen als ik er weer in zat.

Heldere Zaken geeft je concrete handvaten om uit de ongelijkwaardigheid te komen. Ik begon met het geven van time management-trainingen en ondertussen volgde ik opleidingen en las ik alles wat los en vast zat over persoonlijk leiderschap. Op basis van de Dramadriehoek van Karpman heb ik de Heldere Driehoek ontwikkeld als stappenplan om zelf op een meer gelijkwaardige manier te kunnen samenwerken. De vijf punten van de Heldere Driehoek werken zo goed dat ik ze nu ook aan anderen leer.

Het valt vaak niet mee om je houding te veranderen, ook al heb je er last van. Het is een vertrouwd gevoel. Je schiet er automatisch in en je doet het al je leven lang: Ik noem het dan ook je ‘favoriete rotgevoel’. De één kropt gevoelens op, de ander ontploft en de derde zet zijn eigen standpunt aan de kant om het zo veel mogelijk anderen naar de zin te maken en heeft het niet eens in de gaten.

Ik vind het geweldig als ik anderen mag leren hoe zij effectiever kunnen communiceren. Het doel van Heldere Zaken is het ontwikkelen van je eigen werkstijl op basis van je persoonlijke keuzes, waarin je helder bent over je grenzen en dit ook nog zó kunt brengen dat de ander het accepteert of je er op een opbouwende manier over kunt praten. Op een manier die zowel bij jou past als bij de mensen met wie je werkt. In mijn trajecten komt redelijk wat psycho-educatie aan bod; ik leg graag uit waarom wij mensen doen wat we doen, waarom dat zo is én hoe je eruit komt. Want niemand gaat gedoeloos door het leven en dat is geen punt. Maar als je er last van hebt, is het heerlijk om te weten hoe je er mee om kunt gaan. Werken met minder gedoe, dat scheelt bakken energie!

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Als je wilt weten wat mensen beweegt dan vertelt hun gedrag je meer dan hun woorden. ‘Wat je doet heeft veel meer waarde dan wat je zegt dat je gaat doen.’

Kijk met dat in je achterhoofd eens naar dit filmpje van 20 seconden. Tweede Kamer, notulendebat Kinderopvangtoeslagaffaire, 29 april jl. We zien Wouter Koolmees, Mark Rutte en Sigrid Kaag tijdens een momentje ‘off’. Slok koffie, even contact. En dan gebeurt er dit:  
(Lees verder onder de video.)

https://www.youtube.com/watch?v=l2pFLgGQgao
Disclairmer: het originele filmpje is niet meer te zien op YouTube, vandaar dit filmpje met wat meer sensatie. Vergeef me dit, het gaat om het beeld en is te mooi om niet te laten zien.

Wat zag je? Ik zag vooral Koolmees hannessen en dan die zwieperd met zijn mondkap. Niet te missen.

Dit is op z’n zachtst gezegd niet handig. De reacties op social media gaan van ‘Ach momentje van onoplettendheid, dat kan ons allemaal overkomen’ via ‘Wat een sufferd’ tot ”Zie je wel, die mondkapjes zijn alleen maar voor de bühne, ze geloven het zelf niet’. And many many more, dit is koren op de molen van iedereen die een duidelijke mening heeft over het coronabeleid én over hen die het beleid maken.

Maar ik zag nog iets – iets wat ons veel vertelt over hun samenwerking: Ze zeggen er namelijk niks van!

Zowel Rutte als Kaag reageert er niet op. Rutte praat met Koolmees zonder acht te slaan op de coronaventilator. Kaag ziet het wel, kijkt vertwijfeld naar Koolmees, en zegt vervolgens niets. Terwijl een “Hé Wouter, stop daar eens mee” genoeg zou zijn. Of wat aardiger: “Wouter. Je kapje”. 

Ik ga ervan uit dat zij – net als wij allemaal – in het afgelopen jaar een soort zesde zintuig hebben ontwikkeld voor de corona’s. Ik ‘voel’ die afstand als ik te dicht bij iemand ben, zeker als het langer duurt dan één minuut. En binnen voel ik me beetje bloot zonder mondkapje. Jij toch ook? Dit gezwaai valt daar onder, het valt ons direct op. Hen ook, kán haast niet anders.

Wat houdt hen tegen om iets te zeggen? Dat is gissen. De lijst van argumenten waarom mensen elkaar niet aanspreken is divers. Een greep uit de redenen:

  • ‘Het is niet mijn verantwoordelijkheid’ 
  • Je wijst een collega niet terecht’
  • ‘Wie ben ik om…’
  • ‘Je mag niet maken dat een ander zich ongemakkelijk voelt’
  • ‘Laat maar gaan, hij bedoelt het vast niet zo’. 

Wat hier de reden ook is: het is écht niet slim. Het ondergraaft het draagvlak van de coronamaatregelen. En ook geeft het te denken over het nieuwe leiderschap en bestuurscultuur die zij voorstaan. Dit gaat over vertrouwen.

Kan het een vergissing zijn? Ja en nee.
Oppervlakkig: ja, want iedereen doet wel eens onbewust dingen die niet handig zijn, daar zijn deze drie mensen geen uitzondering op. Maar op een dieper niveau: nee.

Want niemand kiest sub-optimaal. We zijn zo ‘bedraad’ dat ieder altijd kiest wat op dat moment, gezien omstandigheden en belangen, het beste is voor hem of haar. Dus ook als je dingen doet (of laat) die achteraf niet handig bleken – er was een goede reden waarom je dit koos in plaats van een andere optie. 

‘Als je wilt weten wat mensen beweegt, 
dan vertelt hun gedrag je meer
dan hun woorden.’

Herkenbaar? Heb jij mensen in je team die het niet gemakkelijk vinden om anderen aan te spreken op hun gedrag of communicatie? Heeft de medewerker er zelf veel last van – gefrustreerd, onzeker, het werk niet kunnen loslaten – of heeft het een negatief effect op resultaten en de reputatie van je organisatie? 

Al vijftien jaar begeleid ik mensen om hun grenzen te herkennen en te stellen, ook – juist! – als het spannend is. Op een manier die past bij de medewerker én bij de organisatie. Dat heeft groot effect op hoe ‘lekker’ er gewerkt wordt. 

Is dit wat je nodig hebt, voor jezelf, je medewerker of voor je collega?
Wil je meer weten over de aanpak van Heldere Zaken, over een individueel traject of wil je als HR inzicht krijgen in de dynamiek van gedoe?  Neem dan contact op per mail. Bellen of appen kan ook: 06 52 372 572.

Vieve ter Laak
06 mei 2021

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

“Als ik alleen zijn stem al hoor….!” Hij maakt een gebaar alsof-ie een dweil uitwringt.
“Oeh, heb je zo’n hekel aan hem?”
“Ja. Echt. Blij dat we nooit naar Limburg zijn verhuisd. Hoe ze daar práten…!” Het is duidelijk, Jan-Willem heeft een bloedhekel aan zijn collega Rens. Zo erg zelfs dat hij een afkeer krijgt van iedereen die met dezelfde tongval praat.
 
Wat is er aan de hand? Jan-Willem en Rens zijn beiden betrokken bij een project. Het doel van hun werk is – simpel gezegd – het bouwen van een gebouw. Rens maakt het ontwerp, Jan-Willem tekent de details van de constructie. En ze zijn het niet eens met elkaar. Helemáál niet.
 
Jan-Willem is van mening dat het ontwerp niet voldoet aan de eisen die vooraf door de klant gesteld zijn. Zoals hij het ziet heeft Rens veel aandacht besteed aan het uitwerken van de begane grond, maar heeft hij bij de verdiepingen steken laten vallen. Jan-Willem loopt daar tegenaan bij de technische uitwerking.
 
In de optiek van Rens klopt het wél. Hij interpreteert de vereisten voor de bouw op een andere manier en legt dit uit in lange mails en een hoop screenshots: alsof hij het aan een kind uitlegt. De ondertoon die Jan-Willem oppikt: ‘Doe niet zo dom, stop nou onderhand ‘ns met zeiken en doe gewoon waar je voor aangenomen bent.’ En dat gaat in cc naar het hele projectteam.
 
Jan-Willem wordt er boos van, wat zeg ik – pislink! Hij voelt zich te kakken gezet en redt zijn eer door terug te mailen. Lange teksten, nog meer screenshots, veel details. Beleefde zinnen waar de irritatie vanaf druipt. En ook die mails gaan natuurlijk in cc naar iedereen. Niet dat iemand erop reageert, trouwens. Geen van beiden krijgt bijval uit het projectteam. Dit kost bakken met energie en tijd. En het brengt niks positiefs.
 
Ondertussen maakt de projectleider zich zorgen. Hij ergert zich aan het gedoe tussen Jan-Willem en Rens, maar heeft onvoldoende kennis om er inhoudelijk iets van te vinden. Hij heeft vooral haast. Volgende week moet dit allemaal af zijn. ‘Kom op, mensen! Lever wat ik nodig heb!’
 
Dit is Gedoe. Met een hoofdletter. Laat je dit lopen, dan wordt het groter en groter. Het beïnvloedt niet alleen de sfeer en de samenwerking, maar ook de resultaten. En het gaat niet vanzelf over. 
 
Hoe nu verder? “Ja, Vieve, wat nu? Want ik kan die vent niet luchten of zien. Door hem lijkt het net alsof ik loop te klungelen, terwijl hij degene is die niet goed ontwerpt!” Jan-Willem is goed gefrustreerd. “Het is een eigenwijze eikel, sorry dat ik het zeg. En aan de projectleider heb ik ook niks. Die snapt het niet eens. En zo kunnen we niet opleveren.” Diepe zucht.  

Wie moet dit oplossen? Wiens verantwoordelijkheid is het om dit aan te pakken? Jan-Willem of Rens? De projectleider? Of de andere teamleden, zij zien het toch ook gebeuren?  

‘De gedachte dat het probleem niet van jou is,
ís het probleem’

Als jij je onmachtig en gefrustreerd voelt, is het jouw taak om ermee aan de slag te gaan. Gedoe doe je nooit alleen. Dus kijken we vaak naar de ander, of naar de ‘hogere in rang’, voor een oplossing. Maar daarmee misken je je eigen mogelijkhede en leg je je lot in andermans handen. Dus Jan-Willem, laten we onderzoeken wat je kunt doen!

Ik zie twee oplossingsrichtingen: een snelle en een duurzame. Ik zal beide toelichten. Maar voor we daarmee aan de slag gaan, moeten we op zoek naar de kern van dit gedoe. 

Wat steekt er achter gedoe? Een verborgen boodschap.
Communicatie bestaat uit twee niveaus: inhoudelijk en psychologisch. Het inhoudelijke is wat er feitelijk wordt gezegd of geschreven. Uit de psychologische boodschap is de toon waarop het gezegd wordt – daaruit maak je op wat er werkelijk bedoeld wordt. En die laatste is waar we op letten. Is de psychologische boodschap congruent met de inhoudelijke boodschap? Dát is bepalend voor het verdere verloop van de communicatie.

Communicatie met een bijbedoeling. Gedoe kan ontstaan als een van de gesprekspartners iets anders zegt dan -ie bedoelt, er om heen praat, of dat hij aanvoelt dat de psychologische boodschap van de ander niet congruent is met de inhoudelijke. Het gesprek draait om iets wat niet gezegd wordt maar wel bedoeld. En dat pikken we haarfijn op, en daar begint het gedoe: overdenken, aannames, emoties…je kent het wel.

(Even voor de volledigheid: je denkt misschien dat communicatie met een bijbedoeling per definitie ‘oneerlijk’ is, maar dat is niet zo. Het kan ook leuk en eerlijk zijn, denk maar aan flirten.)

Terug naar Jan-Willem en Rens. Jan-Willem maakt zich zorgen over het welslagen van het project, irriteert zich enorm aan Rens’ houding én maakt zich grote zorgen over zijn reputatie. Drie verborgen boodschappen. Maar hij spreekt het niet uit. Onder het mom van ‘geen tijd’ houdt hij het onder de pet. 

Oplossingsrichting 1 (de short-cut): Storingen gaan vóór! Mijn advies: “Storingen gaan vóór. Je bent medeverantwoordelijk voor het eindresultaat. Dus gooi de verborgen boodschap op tafel. Kijk, die persoonlijke weerstand tegen Rens kun je even parkeren, dat mag een ander keer. Maar je zorg voor het eindresultaat moet je bespreken, in ieder geval met Rens en de projectleider. En dan niet via de mail maar in een persoonlijk gesprek.”

“Ah, je ziet er tegenop? Ja, dat snap ik. Zeker als je zo geïrriteerd bent. Boosheid maakt kwetsbaar en ik begrijp ook je hen niet wilt vertellen dat je vreest voor je reputatie. Dus houdt het klein in dit gesprek. Focus op het resultaat (bijvoorbeeld iets als: ‘een constructief goed gebouw, geen gedoe achteraf’) en blijf weg bij beschuldigingen aan Rens’ adres. Dat laatste lukt door te bedenken: ‘Hij doet, net als ik, gewoon zijn best om het goede te doen. Alleen vergist hij zich. En dat is menselijk’. Zo blijf je uit de emoties en stel je je constructief op. Daarmee bescherm je je reputatie. Ja, ik begrijp dat  je wat moed moet verzamelen voor deze move. En wellicht wat afstand moet nemen. Maar je kunt het!”

“Is de stap te groot? Zie je niet hoe je het kunt doen? Bang dat je emoties de overhand krijgen? Laten we het samen voorbereiden zodat je je boodschap heel helder hebt.”

Stappenplan om conflict bespreekbaar te maken

Oplossingsrichting 2 (de fundamentele oplossing): Leer communiceren zonder gedoe. Dit is niet de eerste keer dat Jan-Willem in een soortgelijk gedoe verzeilt raakt. Als ik met hem terugkijk op zijn loopbaan, komen er zo een aantal werksituaties boven waarin iets vergelijkbaars speelde, met telkens eenzelfde verloop: Jan-Willem voelt zich miskent en wordt boos. HIj bespreekt dat niet, maar gaat nog harder werken om te bewijzen dat hij wél OK is. Hoge werkdruk. Bozer en bozer. Niet praten. Dit eindigt met een conflict waarna Jan-Willem op zoek gaat naar een andere werkgever. 

Het is dus een patroon. De fundamentele oplossing is het leren onderkennen van het eigen gedoe-patroon en het vinden van andere opties, die passen bij hem en bij de organisatie en collega’s. En dan oefenen, oefenen, oefenen, zodat de nieuwe werkhouding eigen wordt. Het resultaat mag er zijn: effectieve, gelijkwaardige communicatie zorgt voor betere samenwerking, goede resultaten, zin in de dag. En voortaan weet Jan-Willem hoe hij kan dealen met mensen zoals Rens zonder zichzelf te verloochenen. Hoe fijn is dat?

Hoe het verder ging met Jan-Willem. Jan-Willem plande een gesprek met Rens en de projectleider. We hebben dit voorbereid door een heldere focus te kiezen, de feiten van de emoties en aannames te scheiden en de zorgen van Jan-Willem onder woorden te brengen. En door een aantal opties uit te werken, waarmee de coöperatieve houding én de expertise van Jan-Willem onderstreept werd. 

Tijdens het gesprek voelde Rens zich aangevallen; ‘Ja zeg, nou krijg ik overal de schuld van!’. Door te blijven focussen op het gewenste resultaat lukte het Jan-Willem om rustig te blijven: het is niet een kwestie van goed of fout, het gaat erom hoe zij samen tot een werkbaar plan komen. De opleverdatum moet wat uitgesteld maar het resultaat zal voldoende zijn. 

Jan-Willem overweegt een individueel Heldere Zaken-traject om zijn gedoe-patroon voor eens en altijd op te lossen.

Vieve ter Laak
8 april 2021

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Waarom voel je je lekker als je hard gewerkt heb en ben je ontevreden als het minder gaat? Waarom is ‘goed’ niet goed genoeg en streef je altijd naar het allerbeste? Waar komt dat godvergeten uitstelgedrag eigenlijk vandaan? En nog zoiets: waarom zeg je altijd “nee hoor, alles prima” – ook als het helemaal niet zo lekker gaat? 

Tien tegen één dat het gewoontes zijn die je vroeger thuis opgepikt hebt. Omdat je ouders het al zo deden – “alles voor de zaak, de rest past zich maar aan”, of omdat je er een goedkeurende blik of een compliment voor kreeg. Of, wat meer verbloemt, omdat ze dan minder op jou letten en alle aandacht naar je zus ging. Zo leerde je wat er van je verwacht werd of hoe je het best uit de verf kwam. Superhandig, dit soort strategieën. 

Helaas willen die ooit-zo-handige-aangeleerde patronen je nog wel eens in de weg zitten. Een gewoonte van toen wordt in de loop der jaren een bevel: Het moet zó en niet anders, want alleen dan is het goed genoeg. Het is jouw persoonlijke commandotraining. Een opjager van jewelste en je voelt ‘m elke dag. De vraag is: Hoe kom je er van af? 

In zo’n gesprek met een van mijn klanten vertelde ze hoe zij haar ‘commando’s’ had geleerd en hoe het verder ging. Het raakte me. Van de vertelster mag ik het ook met jullie delen. 

HET LEVEN IS EEN LACHERTJE

Haar moeder had haar leven lang keihard gewerkt. Niet lullen maar poetsen. Voor iedereen klaarstaan – wat ze zelf wilde was van minder belang. Wat wél telde waren haar dochter en diens kleine kind. Voor hen was ze een veilige haven. Samen, warm, gezellig. Met z’n drieën konden ze de wereld aan. Tot de rampspoed kwam. Zes jaar geleden – ze was nog geen zestig – werd ze ziek en al heel snel overleed ze.   

Dochter volgt nu een Heldere Zakentraject. Ze wil onderzoeken hoe het komt dat ze altijd álles geeft in haar werk. Hart en ziel, bakken met energie, enorme betrokkenheid. Tot voor een paar jaar gaf dat harde werken een hoop voldoening, maar tegenwoordig is de balans helemaal zoek. Ze probeert het wel: doorzetten, schouders eronder, positief blijven, maar ze is zo moe. Telkens spoken er zinnetjes als ‘mag ik hier weg?’ door haar hoofd.

En dat kan niet, want ze wil niet weg. Niet écht. Deze baan geeft zekerheid, goed inkomen, leuke collega’s, het is allemaal prima geregeld. Weggaan zou gekkigheid zijn. Maar zo kan het ook niet doorgaan, dat is wel duidelijk. Dus hoe dan? Hoe doe je dat, een beetje minder hard werken als je dat nooit geleerd hebt?

‘Zei ze nog iets zo aan het eind? Had ze nog een boodschap?’
‘Ja… vlak voordat ze stierf, zei ze tegen me: “Meidje, het leven is een lachertje.”’
‘Oh echt? Goh…’
‘Ja hè. Ons mam was een wijs mens.’
‘En wat wilde ze ermee zeggen?’
‘Volgens mij bedoelde ze dat je druk maken over van alles en nog wat weinig zin heeft. Je hebt zo veel dingen niet in de hand. Alleen jezelf…’

Kippenvel krijg ik hiervan. Haar moeder heeft het gezien, dat harde werken van haar dochter. En ook dat ze werkt met dezelfde toewijding als zij. En moeder weet uit ervaring dat het niet helpt, dat het haar uiteindelijk niet gelukkiger zal maken. En zo gaf ze haar, op het randje van haar leven, nog permissie om het anders te doen. 

Ontroerend mooi toch.

De kerstdagen zijn een uitgelezen moment om over dit soort gewoontes na te denken. Maar misschien nog beter: deze dagen zijn óók een fantastische kans om even niet na te denken. Gewoon te zijn. Even die ratelmachine uit. Naar de kerstballen en de herdertjes staren. Ultiem gedoe-loos zijn. Dat wens ik je toe.

Voor jullie allemaal hele gezellige dagen en een gezond 2021. Tot snel!

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

In de gesprekken over Trumpjes in organisaties valt het woord ‘narcist’ regelmatig. Dat lijkt logisch, want als je de kenmerken van een narcistische persoonlijkheid googled, kun je er zo een boel afvinken. Daarbij bekt het lekker en snapt iedereen dat je het zwaar hebt. Want met een narcist valt niet mee te werken, toch? Die heeft de focus op eigen gewin, smijt goedbedoelde feedback terug in jouw gezicht en heeft sowieso geen geweten.

Toch ligt het allemaal niet zo eenvoudig. Trump-achtige trekjes zijn er allerlei gradaties. Waar houdt gezonde zelfliefde op en begint het gekke gedrag? En aan wie is het om dat te bepalen? Het is een hartstikke subjectief, glibberig pad. En er is nog een reden om jouw Trump-type niet meteen tot een doorgewinterd narcist uit te roepen: het ene gedrag versterkt het andere. 

Wat doe jij zélf om die Trump in het zadel te zetten en ‘m daar te houden? En wat maakt jou zo gevoelig voor zijn of haar acties? 
De drie belangrijkste oorzaken op een rijtje.

1. Onvoldoende helderheid 
Wie is waarvoor verantwoordelijk, wie hakt welke knoop door, wie wordt waarbij betrokken? In veel samenwerkingen is dat niet goed afgesproken. Want het ‘loopt toch best lekker’, het ‘is zo gegroeid’, ‘iedereen bedoelt het toch goed’? Ja, dat klopt – totdat er er gedoe ontstaat.
Zoals een bedrijfseigenaar tegen me zei: “Als ik iets geleerd heb van dit gedoe, dan is het dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken”. Maak dus goede afspraken, vooraf en óók als het evident lijkt. Daarmee kun je Trumpachtige gedragingen voorkomen.

2. Conflictvermijdend gedrag
Jong (niet) geleerd is oud (niet) gedaan. Als je als kind niet geleerd hebt om – ongedwongen, vanzelfsprekend – je grenzen aan te geven, gaat je dat ook als je volwassen bent niet gemakkelijk af.
En er zijn zelfs situaties waarin je zelfs niet precies weet waar je grens ligt. Ga je mopperen en klagen? Dan weet je dat de grens overschreden is en is het zaak om in actie te komen. Doe iets. Want doe je niets, dan geeft je de Trump weer meer ruimte.

3. Onzekerheid: jezelf wegcijferen of overschreeuwen
Onzekerheid is een bitch en jouw Trumpje weet je precies daar te treffen. Die kwetsbaarheid wil je kost wat kost vermijden. Urenlang denk je na over de Trump – wat wil hij, wat denkt hij, hoe zou hij reageren als… – en zoek je manieren daarbij aan te sluiten. Je cijfert jezelf weg.
Of je kiest de andere optie: de vlucht naar voren. Dan doe je je groter, belangrijker, slimmer voor dan je je eigenlijk voelt. Ook daarmee bevestig je je eigen onzekerheid: een vicieuze cirkel.

Zie je hoe je zelf – onbedoeld en onbewust – de Trump in het zadel helpt? Het goede nieuws is: aan al deze punten valt te werken. Dus heb je last van een Trump-achtige type in jouw organisatie, gebruik dat gevoel om er zelf beter van te worden. Je hebt ideaal oefenmateriaal in handen!

Ik maak wel een kanttekening: “Van sommige dingen kan ik nog steeds niet geloven dat ze echt gebeurden!” En “ik kan mijn geluk niet in de handen van een ander leggen, dat gaat gewoon niet”. Uitspraken van iemand die uiteindelijk koos voor een andere baan. Want als het echt niet te doen is, is vertrekken altijd een optie. Leer, probeer, neem je invloed en geef tegengas, maar laat je niet kapot maken.

Herken je dit in jouw organisatie, in je eigen professionele leven of bij één van de medewerkers, laten we het er dan eens over hebben. Je kunt me bereiken via info@heldere-zaken of bel me op 06 52 372 572.

Met groet,
Vieve

NB
De term ‘Narcistische persoonlijkheid’ komt uit de DSM-5, het handboek voor diagnostisch en statistisch handboek voor psychiatrische aandoeningen. Ik ben geen psychiater en kan geen persoonlijkheidsstoornissen vaststellen. Daarom vermijd ik de aanduiding ‘narcist’.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Een leven lang keihard gewerkt. Niet lullen maar poetsen. Voor ieder klaarstaan, wat ze zelf wilde was van minder belang. Een veilige haven zijn voor haar dochter en diens kleine kind. Samen, warm, gezellig. Met z’n drieën konden ze de wereld aan.

Zes jaar geleden – ze was nog geen zestig – werd ze ziek en al snel overleed ze.  

De dochter volgt een Heldere Zakentraject omdat ze álles geeft in haar werk. Dat gaf altijd een hoop voldoening, maar tegenwoordig is de balans weg. Ze probeert het wel, doorzetten enzo, maar ze is zo moe. Ze denkt telkens zinnetjes als ‘mag ik hier weg?’. Zo kan het niet doorgaan, dat voelt ze ook wel. Maar hoe doe je dat, een beetje minder hard werken als je dat nooit geleerd hebt?

‘Zei ze nog iets zo aan het eind? Had ze nog een boodschap?’

‘Ja. Vlak voordat ze stierf, zei ze tegen me: “Meidje, het leven is een lachertje.”’

‘Oh echt? Jee… wat bijzonder.’

‘Ja hè. Ons mam was een wijs mens.’

‘Weet je wat ze precies bedoelde?’

‘Volgens mij bedoelde ze dat je druk maken over van alles en nog wat weinig zin heeft. Je hebt zo veel dingen niet in de hand. Alleen jezelf…’

Dat keihard werken gaat haast automatisch. Ze werkt met dezelfde toewijding als haar moeder haar voorgedaan heeft. Wat is het een wonder dat haar moeder haar ook permissie heeft gegeven om het anders te doen.

Ontroerend mooi toch.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

“En, mevrouw Ter Laak, heeft u al een baan?”

Een BÁÁN?

“Ben jij gek? Ik kom hier niet om te praten over een nieuwe baan, ik kom hier om mijn gelijk te halen! Ik laat hem er niet mee wegkomen! Wat denkt ie wel. Ik heb me he-le-maal het schompes gewerkt voor hem. Die hele tent hield ik draaiende. Nooit was iets te veel. En nu? Stank voor dank.

Ja, ik sta stijf van de stress. Nee, ik doe geen oog dicht. Ik ben boos! En heel verdrietig. Dus een andere baan..?! Oh nee, no way. Ik wil wraak!”

Vieve in 1997
1997. Wat een meiske nog he.

Veel te bang om me uit te spreken
Als ik toen had geweten hoe ik rustig en op tijd kon zeggen wat me dwars zat, dan zouden de emoties nooit zo hoog opgelopen zijn. Was de werkrelatie niet zo kapot. Zat ik niet bij de advocaat. Voelde ik me niet zo gekrenkt. Maar moeilijke dingen uitspreken, dat was toen nog véél te spannend.

Mijn favoriete rotgevoel
Thuis heb ik geleerd dat het veiliger is om je aan te passen dan je uit te spreken. Met deze aanpak heb je inderdaad minder conflicten. Het nadeel is dat je ergernissen en emoties in je hoofd en lijf blijven. Daardoor kom je in je favoriete rotgevoel terecht.
In mijn geval: (verongelijkt) ‘Heb ik zo mijn best gedaan, is het nóg niet goed, het is ook nooit goed’, gevolgd door (zielig) ‘heb ik weer, het is ook altijd hetzelfde’ en dan naar (boos, woedend) ‘wat denkt ie wel, wat een *** , dat kan toch niet zo, de ***, hier leen ik me niet voor’ – etc. Het is een vicieuze cirkel.

Het duurde nog jaren…
Ik was 28 en het zou echt nog jaren duren – inclusief teleurstellende werkervaringen, botsingen in de familie, gedoe met vrienden en uiteindelijk een dikke burn out – voor ik in de gaten kreeg wat mijn aandeel was in al die toestanden. En dat het weinig zin heeft om kwaad te zijn op de ander terwijl ik zelf met alle winden meewaai – omdat ik het eerlijke gesprek niet aandurf. 

… maar het kwam goed.
Toch heeft al dat gedoe tot iets goed geleid. In 2007 ben ik begonnen met Heldere Zaken. Met als doel: het lekker praktisch oplossen van gedoe op de werkvloer. Omdat ik als geen ander weet hoe gruwelijk je vast kunt zitten in ineffectieve communicatie. Maar ook waarom je het doet, welke ellende het kan veroorzaken én hoe je het kunt oplossen en voorkomen. 

En als ik het kan, dan kan jij het ook. Zeker weten. 
Keertje koffie?

www.heldere-zaken.nl/contact of 06 52 372 572

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Roeien heeft iets geks.
Als je roeit werk je je in het zweet terwijl je kijkt naar de plek waarvan je weg vaart. En en passant loop je een nekhernia op, omdat je over je schouder moet kijken om te zien waar je heen gaat. Achterom kijken om te zien waar je naar toe gaat – best gek, toch?

Dan is varen in een kano veel logischer. Bij het kanoën focus je op waar je heen wilt. Het is een kwestie van de goede stroming zoeken en gaan!

Toch roeien we wat af, met z’n allen.

Kijk maar: wanneer er iemand in ons vaarwater komt – dus wanneer iemand ons dwars zit – schieten we vaak automatisch in de roeimodus. Je blijft bezig met wat er is gebeurd en daar probeer je van weg te gaan. Je doet water bij de wijn, zegt niet wat je écht wilt zeggen en komt niet voor jezelf op. Het is een onhandige reflex waar je je niet echt beter van gaat voelen.

Een voorbeeld.
Mijn buurman riep bloedserieus en out of the blue naar mij: ‘JIJ LIEGT TEGEN JE KINDEREN!’
‘Huh? Wat? ‘
Nou, hij gehoord dat ik tegen mijn zoon zei dat ik zo hard gewerkt had. En ik werkte bij de gemeente, dus dat kon niet. Want ambtenaren werken niet. En al zeker niet hard. Dus ik loog tegen mijn kinderen. 
Logisch toch.

Wow. Dat was echt belachelijk en een enorme belediging. Ik was totaal flabbergasted. Niet dat ik iets terugzei. Nee. Maar kwáád dat ik was! Woedend! Wat dacht ie wel, die gek!

Dit voorval heeft me zo beziggehouden dat ik zelfs nu, vijftien jaar later, nog precies weet hoe het ging. En vanaf dat moment liep ik met een boog om die buurman heen.

Kijk, daar was ik aan het roeien: ik was de confrontatie aan het vermijden. Ik was heel boos maar liet dat niet zien. Ook naderhand ben ik er nooit meer op teruggekomen. Mijn standpunt was: ik ben kwaad en de buurman is gestoord. Klaar. 
Maar wat ik dan wél wilde, daar had ik niet over nagedacht.

Dit was lang geleden, voordat ik leerde kanovaren in mijn communicatie.

In een kano heb je je doel scherp voor ogen. Mijn doel is: ik wil rust in mijn kop. En dat krijg ik door helder en duidelijk te zijn. En dat ontstaat als wat ik denk en wat ik zeg hetzelfde is.

Dus soms zeggen of doen mensen iets – en dat kan ook goed bedoeld zijn – waarbij ik me niet lekker voel of wat voor mij niet passend is. Nou, dan zeg ik er wat van. Niet boos of verwijtend, maar gewoon. Ik trek die grens. En weet je hoe lekker dat is! Dat scheelt zoveel gedoe, in mijn hoofd, in mijn relaties met anderen. Het is fijn omdat je van elkaar weet wat je aan elkaar hebt.

Het gaat trouwens ook weer best goed tussen de buurman en mij. Het is een man van rare grapjes.  

Ik wens je heerlijke dagen zonder gedoe,

Vieve

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Heb ik je ooit verteld waarom ik begon met Heldere Zaken?

Het was zo: Begin jaren ’00 werkte ik bij de gemeente Eindhoven en zat in het team dat een groots sportevenement organiseerde. Dat was tof, ik was er trots op dat ik daarbij hoorde. Helaas was de praktijk een stuk minder shiny dan de mooie buitenkant deed vermoeden.

Er was gedoe om geld, ruziënde opdrachtgevers, schimmige samenwerkingen en wij hadden geen ervaring. Ik voelde – samen met het team – een grote verantwoordelijkheid om het te laten slagen maar we waren hartstikke afhankelijk van vanalles, we konden weinig zelf beslissen.

Er was geen vertrouwen, geen energie.

Precies! Dat is dé voedingsbodem voor gedoe.

‘Het lukt niet, hoe krijgen we het in godsnaam voor elkaar?’ Boosheid, teleurstelling, verontwaardiging. Maar we gingen door. Dat moest – de datum was gepland, de inschrijving geopend. Bikkelen. Tandvlees, stoppen was geen optie.

Ik lééfde voor die klus. En tegelijkertijd, al die zorgen, het slokte me op.

En oh erg! Ik zou het haast vergeten (toen ook al, vreselijk toch) maar thuis hadden we nog twee hele lekkere kleine kindjes. Die ‘moesten’ ook tijd, aandacht, liefde en rust maar kwamen telkens in de verdrukking. 

En toen, in de zomer van 2006, wilde mijn lijf niet meer niet meer naar kantoor. Mijn hoofd vond dat ik dat niet kon maken, maar body takes over. Herken je dat? Echt zo’n klassieke burn-out.

Wat was ik van het padje. Zo moe, zo boos, zo verdrietig en dat was ‘hun’ schuld. ‘Zij’ hadden alles anders moeten doen. ‘Zij’ hadden dit en dat nooit goed moeten vinden. ‘Zij’ hadden moeten zien dat het mij teveel was.

Toen – hehe – kwam het inzicht

Ergens in die maanden lag ik op de bank en opeens zag ik het: 

Dit heb ik mezelf aangedaan! Door me telkens aan iedereen en alles aan te passen. En vervolgens heb ik dezelfde mensen verweten dat ze geen rekening met me hielden!

Het was echt zo’n verbijsterend inzicht. Opeens begreep ik dit. En een kwartier later was het diepe inzicht weer weg, maar snapte ik nog wel dat er een andere manier was om naar mijn sores te kijken:

Het treintje van gedachten

  • Shit! Ik heb het mezelf aangedaan, ik had zelf moeten stoppen ergens.
  • En dit heb ik al veel vaker gehad, maar dan ging ik op zoek naar ander werk. Waar weer hetzelfde gebeurde natuurlijk.
  • En ik weet hoe ik het heb geleerd. Van mijn vader. Die deed het ook, dat doorgaan tegen de klippen op.
  • Maar als ik het van mijn vader heb geleerd – dan leer ik het nu dus aan mijn kinderen. En dat is een heel slecht plan.
  • En ook: ik ben niet de enige. Zoveel van mijn collega’s doen dit. Een combi van bikkelen, loyaliteit en te weinig aandacht voor jezelf. Dat hou je niet vol, je wordt ziek, je blijft thuis, je gaat naar de psycholoog. Dat moet anders kunnen!

Dat was het begin van Heldere Zaken

Ik nam me heilig voor om IETS te bedenken. Iets wat helpt. Praktisch, concreet. Voor mezelf en voor mijn kinderen, voor mijn collega’s. Voor iedereen die het nodig heeft. 
Zodat we niet meer achteraf naar de psycholoog moeten, maar op het moment zelf iets kunnen doen. Iets wat ons helpt onze invloed te pakken. En we zelf weer verantwoordelijkheid nemen voor ons welzijn.

Ik had nog geen idee hoe dat moest, maar ik nam ontslag bij de gemeente Eindhoven, begon met Heldere Zaken en ging aan het werk.
En dit werd het:

De Heldere Driehoek

De Heldere Driehoek biedt nieuwe opties voor gedoe. Het is een verrassende, werkbare, nieuwe manier om te kijken naar je eigen gedrag en communicatie en hoe je het kunt veranderen. En het is geen rocket science.

En het werkt! Als een tierelier!
Met de Heldere Driehoek-methodiek hebben al veel mensen de stap gezet naar betere keuzes voor zichzelf. Naar ander, meer efficient gedrag en communicatie. Het is echt ‘de knop om’, een ander zicht op dezelfde werkelijkheid. Weet je hoeveel rust en energie dat geeft? Het is de moeite waard om te onderzoeken!

Zoals Cruyff al zei: ‘je gaat het pas zien als je het doorhebt’.

Zal ik je leren hoe het werkt?

Kom vrijdagochtend 6 december 2019 naar de workshop ‘Gedaan met Gedoe’. Voor veel inspiratie, verhalen en voorbeelden én praktische stappen om het gedoe op je werk aan te pakken. Om de deelnemers voldoende aandacht te geven is er maar een beperkt aantal plaatsen.
Je bent van harte welkom!

(De foto past geweldig en is ook echt van het evenement: TeamTimeTrail Eindhoven.)

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

“Mooi zeg! Echt een prachtig huis. Ik snap helemaal dat je hier gelukkig mee bent!” Ondertussen scan ik over de schouder van de gastvrouw of ik ergens een bekend gezicht zie op deze housewarming. Nope. Niemand.

“Wat daar zit is allemaal familie en daar achter in de tuin zijn de mensen van de tennis. Wat wil je drinken?”

Pfft. He get nee zeg.
Echt totaal geen zin om nu leuk te gaan staan doen.
Ik wil naar Poco.
Maar dat kan ik niet maken. Natuurlijk niet.
Leuk mens, de gastvrouw, maar die loopt met gasten rondjes door haar huis. Geen zin
geen zin
echt geen zin

….
OK even diep adem halen en dan….

“Zeg, vind je het heel erg als ik vertrek? In plaats van wat te drinken? Ik ken hier niemand en ik wil graag nog paardrijden. Dus als je het niet erg vindt, piep ik er nu tussenuit.”
“Oh echt? Goh. Nou, dat vind ik wel jammer ja. Maar ja…. als je dat wilt moet je dat doen, ik hou je niet tegen”.

Even later sta ik bij m’n auto en voel me opgelucht. En ik voel ook dat ik iets geks en brutaals gedaan heb. Was dit té assertief? Nou ja, hoe dan ook – ik ga lekker paardrijden. Toedeloe!

Toch knaagt het, ook in de dagen erna. Dus ga ik op zoek naar geruststelling. Ik bel een vriendin. Wat vindt zij?
En oh, de horror! Die vindt het dus ECHT NIET KUNNEN.

“Hoe zou jij het vinden? Je organiseert een feestje, iemand komt, vindt het niet leuk genoeg en vervolgens gaat ie weer. Dat is toch niet goed? Je had moeten zeggen dat je nog een ander feestje had! Dan doe je één drankje, misschien twee, ga even gezellig kletsen met iemand – doe ff je best Vieve! – en dan kun je daarna naar huis.”

En wat ze ook nog zegt: “Nou dan weet ik dat ook, als ik je uitnodig. Als het even tegenvalt, vertrek je gewoon weer. Leuk is dat.”

Oeh ja, als je het zo ziet.
En ik voelde het ook al wel, dit was best een lompe actie.
He verdomme.
Wat een stomme situatie. Heb ik dat.

Maar weet je wat het is?
Smoesjes, leugentjes om bestwil, ‘ja zeggen nee doen’ – ik hou er niet van.  Natuurlijk heb ik bij iets ongemakkelijks de neiging om er om heen te draaien. Net als iedereen (denk ik). Maar meestal roep ik mezelf tot de orde.

  • ‘Ik weet het beter dan jij maar dat zeg ik niet tegen jou’
  • ‘Ik weet meer dan jij maar ik vertel het niet tegen jou’
  • ‘Ik heb een oordeel of mening over jou maar dat zeg ik niet tegen jou’

Allemaal voorbeelden van ongelijkwaardigheid in communicatie en dé ideale voedingsbodem voor gedoe.

Dus meestal leg ik de vis op tafel. Daarmee heb ik vaak goede gesprekken maar soms geeft het niet zo’n fijne situaties zoals hier op deze housewarming – inclusief al mijn eigen gedoe en overdenken achteraf.

Uiteindelijk heb ik de gastvrouw gebeld. Wat vond zij van mijn plotselinge vertrek? “Wat leuk dat je hierover belt! Ja, ik vond het wel een beetje vreemd maar snapte het ook wel. Was blij dat je het eerlijk zei. Er waren ook mensen die niet helemaal niet gekomen zijn. Maar ik heb een hele fijne dag gehad. Het vervelendste vond ik dat we met zoveel vlees van de barbecue bleven zitten.”

Pfffoooeeee. Dat viel alles mee.
Fijn dat ze snapt dat dit een keuze vóór mezelf was en niet tégen haar.

Blijft de vraag: wanneer kun je helder zijn, wanneer liever een smoesje? Daar is geen eenduidige regel voor te geven. Het hangt af van de relatie, van de situatie en de belangen op dat moment. Ik heb wel mijn eigen richtlijn: Bij twijfel kies ik heldere zaken. Ik hou gewoon heel erg van gelijkwaardigheid.

Dus als je me een keertje te direct vindt, kun je dat gerust zeggen. Dan hebben we het erover. Je bent niet de eerste 🙂 en heel fijn: wij samen krijgen geen gedoe.

Oh en als laatste deze dikke tip: Zoek geen geruststelling bij je vrienden maar praat direct met degene over wie het gaat. Scheelt gedoe!

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]