Laten we het eens hebben over de ‘Trumpjes’ onder ons en hoe je daar mee om gaat. Denk aan je collega die bij doorvragen direct agressief in de verdediging schiet. Of je leidinggevende die jouw voorstel geïrriteerd van tafel veegt – maar positief reageert als een ander hetzelfde plan voorlegt. Of de medewerker die zanikt over de ander, maar ondertussen zelf de sfeer enorm negatief beïnvloedt.

 Je hebt vast al iemand in gedachten nu. En zo niet: De echte Trump is een mooi (extreem) voorbeeld van psychologische ongeletterdheid. Omdat het zo lekker actueel is, plaatste ik een berichtje op LinkedIn waarin ik de link legde. Met als uitsmijter: psychologische ongeletterdheid is overal. Ook in jouw organisatie.

En zo kwam ik in gesprek met mensen die de pech hebben dat ze een Trump-achtige collega of leidinggevende hebben. En ik vroeg hen het hemd van het lijf. Wat is hun ervaring, wat kun je doen, wat moet je zeker niet doen in de omgang met zo’n Trump? 

Het waren enerverende gesprekken over het samenwerken met een Trump. M’n gesprekspartners voelden zich in hun hemd gezet, niet gesteund door hun leidinggevende (of juist wel, maar dan hielp dat ook niet) en hun integriteit en goede intenties werden ernstig in twijfel getrokken. Korte lontjes, lange tenen. Moeilijk!

Voor je het weet ga je meedoen in al het gedoe van de Trump en wordt het van kwaad tot erger. Elke situatie is anders. Toch waren er een paar aanbevelingen die in elk gesprek terugkwamen. 

Dit zijn de belangrijkste lessons learned, rechtstreeks uit de praktijk.

1. Ga niet in je eentje met de Trump in gesprek maar vraag er iemand bij, bij voorkeur een collega die wat minder heftige emoties oproept bij de Trump. Zijn of haar aanwezigheid zal ervoor zorgen dat de felheid van het gesprek wat afneemt én je hebt een getuige van alles wat is besproken en de toon waarop dat ging. (Bonustip: maak een verslagje van zo’n gesprek en laat dit ook door je getuige onderschrijven. Zo voorkom je misinterpretaties en verdraaiingen. In de beeldspraak van een van m’n gesprekspartners: “We spraken af dat we een appeltaart gingen bakken, maar achteraf hield de Trump vol dat we een Indische Rijsttafel zouden maken”).

2. Focus op je eigen waarden in plaats van op al het gedoe van de Trump. Gedoe heeft als eigenschap dat het alle aandacht en energie naar zich toe zuigt. Ga er niet in mee. Realiseer je (opnieuw) hoe jij wilt werken, hoe jij bekend wilt staan in je organisatie en ben daar helder over. Ben jij van de transparantie? Van het teamwork? Van de heldere processen? Van de gelijkwaardigheid? Gebruik die waarden als kompas voor je reacties en benoem ze in gesprekken. Ze zullen ervoor zorgen dat je je rug recht kunt houden, ook als het niet gemakkelijk is. 

3. Laat je niet kapot maken. Komt het zover dat de Trump je leven en je werk bepaalt? Ben je boos, gefrustreerd, slaap je slecht, kun je nergens anders aan denken? Of het nou een teamissue is of een persoonlijke strijd tussen jou en de Trump: Zoek hulp. Ga naar een vertrouwenspersoon.
Wil je dat niet? Of ben je ervan overtuigd dat deze situatie niet zal veranderen? Realiseer je dan dat vertrekken altijd een optie is. Nee, je hebt het niet verdiend en nee, het is ook niet eerlijk. Maar dit is toch ook geen doen? En onthoud: je hebt niet verloren. Je bent trouw gebleven aan jezelf door jouw waarden in het leven als kompas te nemen. Als je niet (meer) bij de organisatie past – dan is dat wat het is. En ga je jouw mooie kwaliteiten ergens anders inzetten. 

Let wel: Gedoe doe je nooit in je eentje, het is altijd een wisselwerking. Dat geldt voor de Trump, maar net zo goed voor degene die met hem of haar te maken heeft – voor jou dus ook. 

Goed kunnen reflecteren op je eigen communicatie en gedrag is goud waard. Hoe beter je kunt reflecteren op eigen en andermans gedrag en communicatie, hoe beter je de relatie met anderen kunt opbouwen en onderhouden. Zodat je lekker kunt samenwerken, met minder ergernissen, frustraties en gedoe. 

Herken je dit in jouw organisatie, in je eigen professionele leven of bij één van de medewerkers, laten we het er dan eens over hebben. Je kunt me bereiken via info@heldere-zaken of bel me op 06 52 372 572.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Een leven lang keihard gewerkt. Niet lullen maar poetsen. Voor ieder klaarstaan, wat ze zelf wilde was van minder belang. Een veilige haven zijn voor haar dochter en diens kleine kind. Samen, warm, gezellig. Met z’n drieën konden ze de wereld aan.

Zes jaar geleden – ze was nog geen zestig – werd ze ziek en al snel overleed ze.  

De dochter volgt een Heldere Zakentraject omdat ze álles geeft in haar werk. Dat gaf altijd een hoop voldoening, maar tegenwoordig is de balans weg. Ze probeert het wel, doorzetten enzo, maar ze is zo moe. Ze denkt telkens zinnetjes als ‘mag ik hier weg?’. Zo kan het niet doorgaan, dat voelt ze ook wel. Maar hoe doe je dat, een beetje minder hard werken als je dat nooit geleerd hebt?

‘Zei ze nog iets zo aan het eind? Had ze nog een boodschap?’

‘Ja. Vlak voordat ze stierf, zei ze tegen me: “Meidje, het leven is een lachertje.”’

‘Oh echt? Jee… wat bijzonder.’

‘Ja hè. Ons mam was een wijs mens.’

‘Weet je wat ze precies bedoelde?’

‘Volgens mij bedoelde ze dat je druk maken over van alles en nog wat weinig zin heeft. Je hebt zo veel dingen niet in de hand. Alleen jezelf…’

Dat keihard werken gaat haast automatisch. Ze werkt met dezelfde toewijding als haar moeder haar voorgedaan heeft. Wat is het een wonder dat haar moeder haar ook permissie heeft gegeven om het anders te doen.

Ontroerend mooi toch.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

We hebben het over haar gewoonte om zichzelf ongenadig te bekritiseren. En hoe het haar verlamt in haar werk. Alles wat ze bedenkt is al tot de grond afgefakkeld – door haarzelf! – voor ze goed en wel begonnen is.

De zinnen die ze tegen zichzelf zegt zetten we op de flap. Het is een heftig rijtje. Zij verblikt of verbloost niet van de woorden, voor haar is dit normaal.

Het mag anders, maar hoe doe je dat? Therapie zal helpen. Maar kan het ook hier, nu? Ja, het kan heel praktisch: leer ‘omdenken’ met de Heldere Driehoek.

Aan de hand van een praktijksituatie doorlopen we de vijf stappen van gelijkwaardige, onafhankelijke communicatie in de Heldere Driehoek.

En opeens rollen de tranen over haar wangen.
‘Hee…? Waarom schiet je nou vol?’
‘Nou, omdat het zo’n mooie structuur is. En omdat ik hiermee kan veranderen. Dit is precies wat ik nodig heb.’

De Heldere Driehoek; de vijf stappen naar gelijkwaardige, onafhankelijke communicatie.
De Heldere Driehoek.
De vijf stappen naar gelijkwaardige, onafhankelijke communicatie.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

“En, mevrouw Ter Laak, heeft u al een baan?”

Een BÁÁN?

“Ben jij gek? Ik kom hier niet om te praten over een nieuwe baan, ik kom hier om mijn gelijk te halen! Ik laat hem er niet mee wegkomen! Wat denkt ie wel. Ik heb me he-le-maal het schompes gewerkt voor hem. Die hele tent hield ik draaiende. Nooit was iets te veel. En nu? Stank voor dank.

Ja, ik sta stijf van de stress. Nee, ik doe geen oog dicht. Ik ben boos! En heel verdrietig. Dus een andere baan..?! Oh nee, no way. Ik wil wraak!”

Vieve in 1997
1997. Wat een meiske nog he.

Veel te bang om me uit te spreken
Als ik toen had geweten hoe ik rustig en op tijd kon zeggen wat me dwars zat, dan zouden de emoties nooit zo hoog opgelopen zijn. Was de werkrelatie niet zo kapot. Zat ik niet bij de advocaat. Voelde ik me niet zo gekrenkt. Maar moeilijke dingen uitspreken, dat was toen nog véél te spannend.

Mijn favoriete rotgevoel
Thuis heb ik geleerd dat het veiliger is om je aan te passen dan je uit te spreken. Met deze aanpak heb je inderdaad minder conflicten. Het nadeel is dat je ergernissen en emoties in je hoofd en lijf blijven. Daardoor kom je in je favoriete rotgevoel terecht.
In mijn geval: (verongelijkt) ‘Heb ik zo mijn best gedaan, is het nóg niet goed, het is ook nooit goed’, gevolgd door (zielig) ‘heb ik weer, het is ook altijd hetzelfde’ en dan naar (boos, woedend) ‘wat denkt ie wel, wat een *** , dat kan toch niet zo, de ***, hier leen ik me niet voor’ – etc. Het is een vicieuze cirkel.

Het duurde nog jaren…
Ik was 28 en het zou echt nog jaren duren – inclusief teleurstellende werkervaringen, botsingen in de familie, gedoe met vrienden en uiteindelijk een dikke burn out – voor ik in de gaten kreeg wat mijn aandeel was in al die toestanden. En dat het weinig zin heeft om kwaad te zijn op de ander terwijl ik zelf met alle winden meewaai – omdat ik het eerlijke gesprek niet aandurf. 

… maar het kwam goed.
Toch heeft al dat gedoe tot iets goed geleid. In 2007 ben ik begonnen met Heldere Zaken. Met als doel: het lekker praktisch oplossen van gedoe op de werkvloer. Omdat ik als geen ander weet hoe gruwelijk je vast kunt zitten in ineffectieve communicatie. Maar ook waarom je het doet, welke ellende het kan veroorzaken én hoe je het kunt oplossen en voorkomen. 

En als ik het kan, dan kan jij het ook. Zeker weten. 
Keertje koffie?

www.heldere-zaken.nl/contact of 06 52 372 572

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Graag neem ik je mee in een week uit Tom’s leven. Hij had altijd al een volle agenda, maar sinds hij thuiswerkt loopt het de spuitgaten uit. Kijk maar:

  • Alle blokjes zijn TEAMS-vergaderingen.
  • Rood = MOET hij bij zijn.
  • Groen = optioneel, maar hij wordt natuurlijk niet voor niets uitgenodigd.
Veel te volle agenda
Tom’s agenda van 14-20 september 2020

Dit gaat natuurlijk niet – Tom kan niet in twee of drie meetings tegelijk zijn. Dus maakt hij keuzes. Valt er later in, gaat er eerder uit. En dat doet iedereen.
Gevolg: Effectiviteit van meetings holt achteruit, frustratie, gedoe. 

Het moet anders, maar hoe?
Ik vroeg aan mijn netwerk op LinkedIn: ‘Is dit herkenbaar? Hoe gaan jullie hiermee om? Tips?’ 
Wow! Ik werd overspoeld met reacties en berichten. Het is een hot item.

De beste tips
Tom en ik hebben ze allemaal doorgenomen en hij maakte een selectie van de tips die hem het meest aanspraken. Zie hieronder. Als je Tom’s probleem herkent, scroll er dan eens doorheen:

  • Een TED-talk over ‘How to save the world (or at least yourself) from bad meetings‘ . Tom: ‘Sinds ik dit gezien heb, denk ik anders over mijn tijd.’
     
  • ‘Maak een teamcontract: hoe gaan we om met collectieve werkdruk. Want als het met één medewerker zo gaat, zal het ook bij de rest ook zo zijn.’
    Tom: ‘Ja, dat klopt. Veel collega’s doen dit ook en die paar die het beter regelen, vinden we beetje asociaal’.
     
  • ‘Laat de rode MOET-vergaderingen steeds meer vervangen door rode MOED- vergaderingen. De MOED om echt ja of nee te zeggen en geen ja maar. De groene vergaderingen skip je sowieso. Houd Moed Tom.’
    Tom: ‘Ja, ik begrijp het. Dank je wel.’
     
  • Meeting standaard 45 minuten maken. Sturen op duidelijk doel en agenda.
    Tom: ‘Goeie tip. Ga ik overleggen met collega’s.’
     
  • ‘Kijk eens naar “25 minute meetings” (startend op hele/halve uren) als alternatief voor back2back één uur meetings met een late start en rommelig einde. Second best: half uur meetings. Die gebruik ik zelf en zijn vaker wel dan niet genoeg, zeker remote, zeker met tijdzones.’
    Tom: ‘Interessante link.’
     
  • ‘Ik zeg alles skippen en de zon ☀️ in! Zonder gekheid, alleen de aanblik van deze agenda zou me gek maken. We kunnen ons niet focussen op teveel dingen tegelijk.’
    Tom: ‘Haha goed advies. En van dat focussen, dat klopt.’

Nieuwsgierig geworden? Dit en nog veel meer in de originele post op LinkedIn

Tom was blij met alle reacties en ‘kan er wel wat mee’. 

En toch… mijn voorspelling is dat er weinig zal veranderen.
De tips zijn heel goed en Tom is niet dom. Dus er is niets dat Tom in de weg staat om stevig regie te nemen over zijn agenda. En toch zal er weinig veranderen. Ik verwacht dat Tom over een half jaar nog op exact dezelfde manier werkt.

Het probleem zit ‘m namelijk ergens anders.
Tom vindt het moeilijk om grenzen te stellen. Iets houdt hem tegen om te zeggen wat hij wil. Hij neemt het zich telkens voor, maar als puntje bij paaltje komt is het gemakkelijker om gewoon mee te doen met de rest. Vervolgens baalt hij daar weer van. 
Zolang Tom geen manier heeft gevonden om grenzen te stellen en die helder te communiceren – op een manier die past bij zijn collega’s en bij de cultuur – zal er niets veranderen. Alle goeie tips en trucs ten spijt.

Herkenbaar?
In je team, bij je medewerker, bij jezelf? Het kan anders. Neem contact op of bel direct 06 52 372 572, dan bespreken we de situatie en de mogelijke oplossingen. Coronaproof natuurlijk. 

De werkelijkheid is spannend genoeg
Ik krijg de vraag of deze agenda echt is. Jazeker! Ik verzin er niks bij, de werkelijkheid is spannend genoeg. Om de anonimiteit te waarborgen in mijn verhalen verander ik namen, maak ik van een man een vrouw (of andersom) of wijzig ik de plaats van handeling. Maar de kern is altijd waar.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Zo’n driekwart van de mensen die ik begeleid vindt het moeilijk om op een heldere manier te zeggen wat ze vinden. Ze komen niet uit hun woorden, passen zich te veel aan, denken er heel erg over na. Of ze houden gewoon hun meningen en irritaties onder de pet. Gevolg: diepe vermoeidheid, weinig plezier in ’t werk, veel zorgen.

De overige 25% heeft juist een te rappe tong. Zij geven hebben al gezegd wat ze denken voordat zij zich de consequenties realiseren. Gevolg: irritaties, ruzie en onbegrip. En spijt! Vaak hebben ze, als de emoties wat gezakt zijn, spijt van hun directe of harde woorden.

Soms kom je iemand tegen uit die laatste categorie die er gewoon uit flapt wat -ie vindt, zonder zich bewust te zijn van het effect op de ander. Verbazingwekkend, grappig én lastig voor hun omgeving.

Dit is een verhaal uit het echte leven. Ik verzin dit niet.

De situatie:

  • Dochter wil een gewone bril + een zonnebril op sterkte.
  • Brillenwinkel heeft actie: 2 brillen voor de prijs van 1 + nog een weggeefbril.
  • De laatste mag ik.
  • Ivm corona werkt de winkel op afspraak: om 17.00 uur zijn we welkom.
  • Dochter doet zo’n ogentest, ik ga alvast uitzoeken.

En dan komt het.
Ik: ‘Hallo, ik kom voor een zonnebril.’
Verkoopster: ‘OK. Na het passen legt u ze daar neer. Dan poets ik ze. Maar niet meer dan vijf brillen proberen, want anders blijf ik poetsen.’

Huh? Daar heb ik even niet van terug. Ik voel me acuut een lastige klant en heb geen zin meer om een bril te passen.

Maar wacht ‘s, ik ben van Heldere Zaken, hier kan ik mee omgaan. Dus doe ik een poging om te zeggen dat ik haar reactie niet fijn vind en in één moeite door de sfeer een beetje te pimpen:

Ik: ‘Nou, dat klinkt erg ongezellig. Zo heb ik eigenlijk geen zin meer om een bril te passen. Het plan was dat mijn dochter de twee brillen zou nemen en ik de derde. En het mooiste zou zijn als we daarvoor in één keer kunnen slagen.’
Zij: Ja, dat zou inderdaad heel mooi zijn, want we willen wel graag om zes uur naar huis’.

SORRY?! ZEI ZE DAT NOU ECHT?
Toen stuurde ik dit appje naar Dochter, die gezellig zat te kletsen met de ogentester:

Gelukkig heeft Dochter een prachtig hoofd waar we ruim binnen de tijd twee geweldige brillen voor vonden. Nee, voor mij geen bril.

Verkoopster: ‘Studeer je?’
Dochter: ‘Ja, ik studeer politicologie.’
Zij: Oh? Dat lijkt me zo saai. Mijn dochter studeert fiscale economie. Ik zeg altijd: ik snap niet wat je eraan vindt. Maar ja, we kunnen niet allemaal in een brillenwinkel werken, hè.’.
Dochter: ‘Ehh… nee, dat klopt.’

Gelukkig had de onverwoestbare eerlijkheid van deze mevrouw ook voordelen. We twijfelden over extra kraswering. Ik vroeg haar: ‘Wat zou je zelf kiezen?’ Waarop zij antwoordde: De goedkoopste. Het heeft allemaal geen zin bij zulke dunne glazen.’

Wat gebeurt hier nou?
Eén ding is zeker: deze mevrouw is niet de eigenaresse van de zaak.
Ze denkt onvoldoende na over haar rol als verkoopster en over het doel van ons gesprek (= zoveel mogelijk brillen verkopen, lijkt me). Natuurlijk hoeft ze ons niet naar de mond te praten en ik hou van eerlijkheid. Maar op deze manier gaat zij uit contact.
Vervolgens probeer ik dat te herstellen – want ik vind het niet fijn als ’t niet lekker loopt tussen mij en een ander – en doe een poging om de sfeer te verbeteren. Gezien onze rollen als verkoopster en klant zou je dat juist andersom verwachten.

Hoe kun je slim met dit type flapuit omgaan?  
Deze wijze van communiceren maakt dat de andere het contact verbreekt of – zoals ik – haar (onbewuste) uitnodiging aanneemt om irritaties uit te wisselen. Niet dat dat zin heeft, het wordt er alleen maar erger door.
Het handigst is om je te realiseren dat het niet over jou gaat – zo’n mevrouw-zonder- filter zegt ook maar net wat er haar in ’t hoofd valt. Het heeft ook wel iets verfrissends. ?

Wat kun je doen als zo iemand je collega is en je er last van hebt?
Poor you. Dat is niet zo fijn.

  1. Mijn belangrijkste tip: maak van je hart geen moordkuil. Breng het ter sprake. Er is maar weinig zo slecht voor een mens als het inslikken van grote irritaties, die gaan een eigen leven leiden.
  2. Ga ervan uit dat je collega dit uit onkunde doet, niet uit onwil.
  3. Blijf zoveel mogelijk bij de feiten. Vertel wat jij ziet en hoort. Vraag waarom hij of zij het zo doet.
  4. Geef aan hoe je denkt dat het beter kan. De kunst is om het zo te vertellen dat de ander het begrijpt en niet in de verdediging schiet. Het kan helpen om de rollen eens om te draaien. Zo van ‘hoe zou je het vinden als jij…’
  5. Maak het niet persoonlijk, hou de focus op het doel. In dit geval: verkopen van zoveel mogelijk brillen, tevreden klanten, aanbevelingen. En lekker samenwerken natuurlijk.
  6. En hou de humor erin!

Hoe het afliep:
Het kwam goed. Dochter heeft twee mooie brillen en ik heb m’n zonnebril uitgezocht op een andere dag en bij een andere verkoopster. Verder doet de zin we kunnen niet allemaal in een brillenwinkel werken, hè’ het nog steeds erg goed bij ons thuis.

Herkenbaar?
Bij jou in je bedrijf, op de afdeling? Is de houding van die medewerker of collega niet prettig of zelfs een risico voor de zaak?
Kortom: moet het anders maar weet je niet meer hoe, alles al geprobeerd? Neem eens contact op. Ik heb al voor hete vuren gestaan qua communicatie en zet mijn ervaring en kennis graag in. 
Mail me voor een vrijblijvend gesprek. Altijd welkom.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Wat doe jij als iemand op je werk je keihard besodemieterd?
Je gewoon bikkelhard laat vallen? Terwijl jij dacht dat diegene jouw partner in crime was?
Zoals: je vertelt iets in vertrouwen maar via via hoor je het terug. Au, pijnlijk!
Of je verwacht steun van je collega maar in plaats daarvan kijkt ie heel erg de andere kant op.
Of je hebt hard gewerkt aan een onderzoek maar – heel gek – alleen de naam van je professor staat op het proefschrift.

Wat doe jij dan?
Ga je tegen hem tekeer? Vertel je hem even precies wat je ervan vindt?
Of hou je liever je mond? Ga je huilen op de wc en ’s avonds chagrijnen tegen je partner? Bang dat Dave of  Sophie nooit meer tegen je praat?

Dit is wat ik weet.
Je mond houden is een slecht plan. Op korte termijn misschien de gemakkelijkste keuze – maar als je dit verraad ‘doorslikt’, werk jij jezelf dichter naar een burn-out toe. Dat meen ik serieus. Boosheid na verraad is een enorm krachtige motor en wanneer jij die boosheid binnenhoudt, gaat die letterlijk in je lijf zitten. Daar gaat het gisten en dan wordt het wrok.

Ik las ooit: ‘Wrok is als het drinken van vergif en verwachten dat de ander eraan doodgaat’*. En zo is het precies.

Van wrok word je bepaald geen leuker mens, in ieder geval niet voor jezelf. En dat terwijl degene door wie je je verraden voelt misschien niet eens weet dat je zo boos bent.

Maar hoe dan?
Het moet eruit, die woede!

Ik ken mensen waarbij het lijkt alsof ze de boosheid koesteren. Ze voelen zich zó verraden – zo erg, dat het nooit vergeten mag worden! En ergens hebben ze gelijk, want er is hun iets aangedaan wat ze vreselijk vinden.
Maar dan? Wat moet je met al dat gelijk? Het helpt je niet, je wordt er niet gelukkiger van.

Dus neem je mentale en fysieke gezondheid serieus. Stop met het vertroetelen van je boosheid. 
Een paar suggesties:

  • Met stip op één: alsnog een goed gesprek met je verrader. Vertel hem of haar over je teleurstelling en over je boosheid. Het is heerlijk als het (h)erkent wordt, zodat je daarna weer samen kunt werken. Wellicht niet als voorheen, maar toch.
    En ja, het kan ook dat je niet begrepen wordt. Dan nog – hoe pijnlijk ook – is deze optie het best. Zeggen wat je op je lever hebt, opkomen voor jezelf, je boosheid adresseren: dát is goed voor een mens.
  • Is een confrontatie te spannend? Plan B is het schrijven van een brief. Kun je op je gemak onder woorden brengen wat je wilt zeggen. Het mooie is: voor het effect hoef je ‘m niet eens op te sturen. De magic zit al in het schrijven.
  • Wil je het toch delen met iemand? Vertel het aan een goede vriend(in). Bedenk goed wat je nodig hebt om de emoties van het verraad te verminderen, want voor je het weet word je – goedbedoeld – overladen met tips en adviezen waar je niet op zit te wachten.
  • Sporten! En dan het liefst iets waarbij je mag schoppen en slaan. Boksen, tae kwondo – Heerlijk! Maar ook hardlopen of spinnen werkt goed. In combinatie met een van bovenstaande brengt het je focus weer bij jezelf en minder bij de ander.
  • Kom je er niet uit? Alles geprobeerd maar het laat je niet los? Zoek dan hulp. Het is zo zonde van je energie. 

Het leven is te kort om het in boosheid door te brengen.
It’s all about inner peace, honey!

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

De situatie:

  • Klant heeft paardrijles.
  • Instructeur kijkt en denkt: ‘Dit kan niet! Ze is te zwaar.’
  • Hij checkt bij manegehouder.
  • Manegehouder kijkt en oordeelt: klopt, te zwaar.
  • Klant krijgt na de les te horen ‘Je bent te zwaar om paard te rijden’.
  • Klant vertrekt.

Helder verhaal, denk je dan. Te zwaar = te zwaar.
Arm beest. Het is maar goed dat daar een stokje voor gestoken wordt.

Klaar.

Maar zo eenvoudig is gedoe nooit.
Dit is een verhaal over de complexiteit van gedoe, over alles wat niet is gezegd is. En wel gezegd had moeten worden.

‘Er komt zo iemand naar je kijken’
Vroeger was Marleen een echt pennymeisje. Nu is ze 37 jaar en kriebelt het weer. Ze neemt een privéles. Kan ze het nog? Ja! Oh, wat is dit heerlijk!
Tot de instructeur zegt: ‘Ik weet niet precies wat de regels hiervoor zijn maar ik denk dat je te zwaar bent om te rijden. Er komt zo iemand naar je kijken.’

BAM.
In één klap is het plezier is weg. Marleen voelt zich opeens bekeken. Er zitten mensen in de kantine – hebben ze gezien, hebben ze het over haar? En tot overmaat van ramp kijkt de eigenaar van de manege door een raampje naar haar.
Oh shit...
Hier kickt de schaamte in.
Bij het afrekenen geeft de instructeur aan dat ze inderdaad te zwaar is om te rijden. Het liefst zakt ze ter plekke door de grond.

Ik vroeg Marleen hoe ze het ervaren heeft
‘Ik weet niet meer wat hij exact zei, alleen dat het zo tussen neus en lippen doorging, dat ze het vervelend vond om te zeggen, maar dat Henk had gekeken en dat ik toch echt te zwaar was. Het enige dat ik toen wilde was weg. Weg! Als een muisje wegglippen.

Ik ben zwaar, dat weet ik zelf ook. Dat kan iedereen zien. En toch was het heel confronterend. Het was de eerste keer dat ik iets niet kon door mijn gewicht. Ik had er echt niet bij stilgestaan dat ik te zwaar zou kunnen zijn om te rijden.

En dan nog he. Even heel eerlijk: Stel dat ze gevraagd zouden hebben, ‘hoe zwaar ben je’ dan had ik het waarschijnlijk niet eerlijk gezegd. Dit is wat ik doe en wat andere dikke mensen ook doen: liegen over hun gewicht. Vijf kilo of zeven kilo, dat verschil kun je toch niet zien. Maar ja, een paard voelt dat wel natuurlijk.

Bij het afspreken van de les is niet gezegd dat er een maximaal gewicht is om paard te rijden. Ik had het echt veel fijner gevonden als het van tevoren duidelijk was. En dat je bij twijfel al beoordeeld wordt. Staat het ergens op de website? Dat zou al helpen.

Wat ik een beetje raar vind: ik zie wel vaker mensen op een paard zitten van wie ik denk ‘jij bent ook te zwaar!’ Dat klopt niet toch? Zij wel en ik niet? Maar van de andere kant begrijp ik het ook wel. Want hoe zeg je nou tegen iemand die is gaan rijden toen -ie 80 kilo woog, dat -ie nu te zwaar is? En wanneer zeg je dat? Het is een dilemma.

Maar ik ga het oplossen voor mezelf. Straks kan ik er wel weer op, als ik minder zwaar ben. Daar kijk ik echt naar uit.”

De visie van Henk, eigenaar van de manege
‘Ja, het is echt een probleem van de laatste tijd. We zijn met z’n allen zwaarder geworden. Ook kinderen zijn veel dikker dan vroeger.
’t Is net zoiets als een te zware rugzak. Die kan je wel even dragen, maar niet urenlang. Je gaat toch ook niet hardlopen met een zak aardappelen? Best gek toch, dat mensen zelf niet zien dat ze te zwaar zijn? Dat dat zo niet gaat?

En de paarden kunnen niet kiezen. Dus dat moet ik voor ze doen. En dan moet ik zeggen dat het zo niet kan. Beroerd hoor. Zeker als ze al een paar lessen gehad hebben. Want ja – waarom zeg je het dan niet meteen? Tja. Niet gezien? Niet gedurfd? Het is gewoon een moeilijk onderwerp.

En nog zoiets, ook zo ingewikkeld. Er zijn mensen die jaren geleden zijn begonnen met lessen, maar steeds een beetje zwaarder zijn geworden. Wanneer zeg je ‘nou kan het niet meer, je mag er niet meer op?’

En weet je, er wordt over gelogen. Mensen zeggen gewoon niet hoe zwaar ze zijn. Als er gevraagd wordt ‘hoe zwaar ben je?’ zeggen ze dan eerlijk ’92 kilo’ of liegen ze er wat van af? Tuurlijk, je kan het bepalen op basis van BMI, maar ik ga toch niet met een weegschaal en een meetlint naast mijn klanten staan? Dat vind ik gênant.

En dan zeggen mensen: het gaat niet alleen om het gewicht, het gaat ook om hoe je rijdt en in het zadel zit. En dat klopt, dat maakt zeker wat uit. Maar wij maken geen uitzonderingen meer. Als je te zwaar bent, mag je gewoon niet rijden op een van onze paarden. Zo simpel is het.”

Schaamte en hoe het weer goed kwam
Dit is gedoe, spanning tussen mensen, onzekerheid. Het lijkt alsof het hier gaat over de zorg voor de paarden. Maar weet je waar de échte spanning zat? In het feit dat Marleen en Henk na dit superongemakkelijke voorval het er helemaal niet meer over gehad hebben. Ze deden beiden alsof het niet gebeurd was.

Marleen verwoordde het zo: ‘Naderhand komt je elkaar tegen en dan staat het nog tussen je in, je wil iets zeggen om de spanning uit de lucht te halen. Wat ik eigenlijk wil zeggen is iets als: ‘goh ik schaam me kapot’ maar ja, dat ga je ook niet zeggen.’

Marleen was zo opgelucht toen Henk haar vroeg of ze met mij wilde praten hierover. Omdat uit die vraag bleek dat het niet alleen voor haar een vervelende situatie was geweest – maar voor hem net zo goed. Die erkenning van wederzijdse narigheid maakt zoveel goed. Dan wordt de relatie weer een beetje gelijkwaardig, dan kun je het pas echt achter je laten.

Helderheid helpt
Gedoe ontstaat als de verwachtingen niet helder zijn. Niemand wil zichzelf graag in een gênante situatie plaatsen. Mensen willen zelf kiezen. Maar dat kan pas als ze weten wat de regels zijn.

Dus mijn dikke tip: ben helder! Over de afspraken, over de verwachtingen.

In dit geval betekent dat overal en altijd het maximale gewicht communiceren. Op de site, op het inschrijfformulier en bij een intake. En als iemand toch te zwaar op het paard belandt: niet om heen draaien, maar zeggen. Scheelt heel veel gedoe. 

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Ik hou van cowboys. En ook van cowgirls trouwens. Ik kan gruwelijk genieten van paardrijden (veel en lang, heerlijk!) en van het westernwereldje. Dat stoere. Dat het allemaal niet zo netjes hoeft. Dat ‘doe-maar-gewoon-dan-doe-je-gek-genoeg’-sfeertje. What you see is what you get. En ondertussen is iedereen toch bezig met z’n imago, het is net het gewone leven ?

Maar mensen hebben er een beeld bij. 

‘Ah Vieve, haha, echt waar? Cowboys?! Dan sta je ook zo te dansen, zo met z’n allen op een rijtje?’

Nee, dat dan weer niet. Ik hou van westernrijden en daar komt een hoop gezelligheid bij kijken, maar linedancen hoort daar niet bij. Niets ten nadele van iedereen die dat wel geweldig vindt, maar ik ga niet zo goed op acky breaky heart.

Van die aannames dus. Ik ken ze ook uit mijn werk.

‘Vieve, haha, echt waar? Jij bent coach? Dus jij zet mensen in hun kracht?‘ (En dan van die luchtaccolades, je weet wel, met hun vingers.)

Ja, ik ben coach, maar nee, ik zet niemand ‘in z’n kracht’. Het klinkt lekker maar ik weet niet precies wat ermee bedoeld wordt. En niets ten nadele van de coaches die die uitdrukking wel gebruiken, maar voor mij het niet concreet genoeg.

Want wat ik doe is namelijk hartstikke praktisch en toepasbaar. Ik leg je uit waarom je doet wat je doet en hoe je het kunt aanpassen. Het is een een combinatie van persoonlijke coaching en psycho-educatie op basis van Transactionele Analyse. Na afloop van een Heldere Zakentraject begrijp je de dynamiek tussen jou en je collega’s, leidinggevenden en klanten en weet je wat je er zelf aan kunt doen.

Eén van de deelnemers van het eerste online programma:
“Ik ben heel enthousiast! De methodiek van Vieve is toegankelijk, het voelt vanzelfsprekend. Het gaat uit van hoe je nu denkt en reageert en hoe je dat iets zou kunnen bijstellen zodat je zelf geen onderdeel meer bent van het gedoe. Je hoeft dus niet iets helemaal nieuws te leren. Het is super.”

Heb jij ook gedoe op je werk? Irritaties, conflicten, onzekerheid of hoge werkdruk? In het traject ‘Van Gedoe naar Helderheid’ zoeken we nieuwe opties om met de spanningen tussen jou en je collega’s, leidinggevende of klanten te dealen. Opties die passen bij jou én bij de organisatie, anders werkt het niet.

Op 9 juni aanstaande gaan we van start met dit intensief online programma. Het zijn individuele gesprekken, groepscalls, opdrachten, reflecties en heel veel inspiratie – op basis van Transactionele Analyse. Er is slechts plek voor vijf deelnemers. Neem contact op, dan overleggen we of dit programma past bij jouw situatie. Je kunt mailen naar info@heldere-zaken.nl

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Roeien heeft iets geks.
Als je roeit werk je je in het zweet terwijl je kijkt naar de plek waarvan je weg vaart. En en passant loop je een nekhernia op, omdat je over je schouder moet kijken om te zien waar je heen gaat. Achterom kijken om te zien waar je naar toe gaat – best gek, toch?

Dan is varen in een kano veel logischer. Bij het kanoën focus je op waar je heen wilt. Het is een kwestie van de goede stroming zoeken en gaan!

Toch roeien we wat af, met z’n allen.

Kijk maar: wanneer er iemand in ons vaarwater komt – dus wanneer iemand ons dwars zit – schieten we vaak automatisch in de roeimodus. Je blijft bezig met wat er is gebeurd en daar probeer je van weg te gaan. Je doet water bij de wijn, zegt niet wat je écht wilt zeggen en komt niet voor jezelf op. Het is een onhandige reflex waar je je niet echt beter van gaat voelen.

Een voorbeeld.
Mijn buurman riep bloedserieus en out of the blue naar mij: ‘JIJ LIEGT TEGEN JE KINDEREN!’
‘Huh? Wat? ‘
Nou, hij gehoord dat ik tegen mijn zoon zei dat ik zo hard gewerkt had. En ik werkte bij de gemeente, dus dat kon niet. Want ambtenaren werken niet. En al zeker niet hard. Dus ik loog tegen mijn kinderen. 
Logisch toch.

Wow. Dat was echt belachelijk en een enorme belediging. Ik was totaal flabbergasted. Niet dat ik iets terugzei. Nee. Maar kwáád dat ik was! Woedend! Wat dacht ie wel, die gek!

Dit voorval heeft me zo beziggehouden dat ik zelfs nu, vijftien jaar later, nog precies weet hoe het ging. En vanaf dat moment liep ik met een boog om die buurman heen.

Kijk, daar was ik aan het roeien: ik was de confrontatie aan het vermijden. Ik was heel boos maar liet dat niet zien. Ook naderhand ben ik er nooit meer op teruggekomen. Mijn standpunt was: ik ben kwaad en de buurman is gestoord. Klaar. 
Maar wat ik dan wél wilde, daar had ik niet over nagedacht.

Dit was lang geleden, voordat ik leerde kanovaren in mijn communicatie.

In een kano heb je je doel scherp voor ogen. Mijn doel is: ik wil rust in mijn kop. En dat krijg ik door helder en duidelijk te zijn. En dat ontstaat als wat ik denk en wat ik zeg hetzelfde is.

Dus soms zeggen of doen mensen iets – en dat kan ook goed bedoeld zijn – waarbij ik me niet lekker voel of wat voor mij niet passend is. Nou, dan zeg ik er wat van. Niet boos of verwijtend, maar gewoon. Ik trek die grens. En weet je hoe lekker dat is! Dat scheelt zoveel gedoe, in mijn hoofd, in mijn relaties met anderen. Het is fijn omdat je van elkaar weet wat je aan elkaar hebt.

Het gaat trouwens ook weer best goed tussen de buurman en mij. Het is een man van rare grapjes.  

Ik wens je heerlijke dagen zonder gedoe,

Vieve

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]