Je rolt erin. Je pakt je kansen en voor je het weet ben je manager. Je wordt verliefd op een ondernemer en krijgt de zaak erbij. Je studeert cum laude af en de volgende stap is CEO van een startup met investeerders. Hoe het ook gaat: ‘opeens’ zijn er mensen die jij betaalt om werk voor je te doen. En ben jij de baas. Dus jij moet aansturen, begrenzen, aanspreken, bijsturen. Maar hoe dan? ‘De baas spelen’ zit helemaal niet in je aard.
 
Hard werken zit wel in je aard. Héél hard werken ook – whatever it takes. Risico’s nemen? Oh ja. Ondernemen is spannend, kost soms je nachtrust maar de vrijheid is het absoluut waard. Je zou niet anders willen. Grenzen opzoeken? Durf jij. Veel en grote verantwoordelijkheden dragen? Jazeker, tuurlijk. Staan voor je principes, moeilijke keuzes maken, weten dat er op je gelet wordt? Ja, het is niet altijd leuk maar je doet het gewoon. Dat zit allemaal wél in je aard.
 
Maar personeel, dat is andere koek. Dat is een pain in the ass. Nee – nou doe je ze tekort. Want jouw medewerkers, echt, je zou nérgens zijn zonder hen. Samen zet je je schouders eronder. Ze nemen een deel van jouw zorg over (oh, godzijdank), zijn nooit te beroerd om bij te springen als het nodig is en balen met je mee als het anders loopt dan gehoopt. Het bedrijf bloeit en dat is dankzij hen. Je ziet het zo: het is niet alleen jouw tent maar evengoed die van hen. Gevoelsmatig dan.En je weet dat zij dat ook zo zien. Jullie staan naast elkaar, met dezelfde belangen en dragen samen de last. Dat voelt goed.
 
En daar komt de afhankelijkheid de werkrelatie binnen. Want je hebt deze mensen nodig om het werk te verzetten, ze zijn niet zomaar vervangbaar. ‘Tevreden medewerkers’- het wordt een doel op zich. Het voelt alsof ze van levensbelang zijn voor de organisatie. En dus geef je een goed salaris, veel vrijheden (je hoort jezelf dingen zeggen als “regel het maar, doe maar wat jij denkt dat goed is”) en een bak erkenning en vertrouwen. Soms meer dan je eigenlijk zou willen, want terugkomen op vrijheden en vertrouwen dat je eerder gaf, dat is haast niet te doen.   
 
Je neiging om het goed te doen voor anderen zit je in de weg. Dan gaan de verhoudingen schuiven en ontstaat dit beeld:

Zie je de scheve verhoudingen? Die ontstaan wanneer de leidinggevende zich teveel richt op een goede relatie met de medewerker. Hij schikt zich, cijfert zich weg en spreekt zijn irritaties niet uit. De medewerker denkt dat alles koek & ei is; hij voelt zich gezien (heerlijk!) en gebruikt de vrijheid om het werk naar eigen inzicht te doen. Dat gaat lang goed. Tot de bom barst, vaak om een futiliteit. Wat volgt is drama en gedoe: miskenning, ruzie, toestanden.

Eén blik op die tekening en je weet dat dit gaat niet vliegen. Een leidinggevende die zich afhankelijk maakt van de medewerker om spanning en conflicten uit de weg te gaan, krijgt precies wat hij probeert te vermijden: Gedoe. De inzet is ‘wie is hier nou eigenlijk de baas?’.

Wat veel leidinggevenden tegenhoudt om een heldere positie te nemen is dat ze ooit, vroeger, hebben geleerd dat ze vriendelijk en voorkomend moeten zijn. Dat ‘jezelf wegcijferen’ een deugd is. Dat het niet netjes is om te zeggen waar het op staat. Daar heb je een soort van commandotraining op gehad en dat doe je dus nog steeds.

Maar als leidinggevende of als manager bén je de baas. Je hébt die rol. En die wil je ook! Want wie anders heeft die krachtige visie én weet wat je daarvoor gaat doen? Wie anders inspireert je mensen? Wie ziet de kansen en blijft optimistisch? Jij toch! Dus neem die positie en doe het met overtuiging.

Helder leiderschap geeft rust voor jou en voor je mensen. Je bent dan je eigen gezellige zelf én je geeft structuur door focus op je doel (en niet op het gedoe) en duidelijke verantwoordelijkheden. Daarbij maak je van je hart geen moordkuil. Dat geeft vertrouwen aan je medewerkers zodat ze lekker kunnen werken. Helder leiderschap betekent betere relaties, meer werkplezier en goede resultaten.

Denk je nou ‘Goed verhaal, Vieve, maar dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan’? Kies je onwillekeurig toch voor de zachte aanpak en verhullende taal? Ben je tot laat in de avond bezig met zaken die je medewerker heeft laten liggen? Herkenbaar. Vast ingesleten gewoontes zijn niet altijd gemakkelijk te doorbreken. Dan is het fijn om samen te onderzoeken hoe het anders kan. 

Uitzoeken hoe jij kunt werken op jouw voorwaarden, zonder de relatie met de ander op het spel te zetten? Benieuwd hoe dat kan? Bel 06 52 372 572 of reageer op deze mail en ik vertel je er meer over.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

In de gesprekken over Trumpjes in organisaties valt het woord ‘narcist’ regelmatig. Dat lijkt logisch, want als je de kenmerken van een narcistische persoonlijkheid googled, kun je er zo een boel afvinken. Daarbij bekt het lekker en snapt iedereen dat je het zwaar hebt. Want met een narcist valt niet mee te werken, toch? Die heeft de focus op eigen gewin, smijt goedbedoelde feedback terug in jouw gezicht en heeft sowieso geen geweten.

Toch ligt het allemaal niet zo eenvoudig. Trump-achtige trekjes zijn er allerlei gradaties. Waar houdt gezonde zelfliefde op en begint het gekke gedrag? En aan wie is het om dat te bepalen? Het is een hartstikke subjectief, glibberig pad. En er is nog een reden om jouw Trump-type niet meteen tot een doorgewinterd narcist uit te roepen: het ene gedrag versterkt het andere. 

Wat doe jij zélf om die Trump in het zadel te zetten en ‘m daar te houden? En wat maakt jou zo gevoelig voor zijn of haar acties? 
De drie belangrijkste oorzaken op een rijtje.

1. Onvoldoende helderheid 
Wie is waarvoor verantwoordelijk, wie hakt welke knoop door, wie wordt waarbij betrokken? In veel samenwerkingen is dat niet goed afgesproken. Want het ‘loopt toch best lekker’, het ‘is zo gegroeid’, ‘iedereen bedoelt het toch goed’? Ja, dat klopt – totdat er er gedoe ontstaat.
Zoals een bedrijfseigenaar tegen me zei: “Als ik iets geleerd heb van dit gedoe, dan is het dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken”. Maak dus goede afspraken, vooraf en óók als het evident lijkt. Daarmee kun je Trumpachtige gedragingen voorkomen.

2. Conflictvermijdend gedrag
Jong (niet) geleerd is oud (niet) gedaan. Als je als kind niet geleerd hebt om – ongedwongen, vanzelfsprekend – je grenzen aan te geven, gaat je dat ook als je volwassen bent niet gemakkelijk af.
En er zijn zelfs situaties waarin je zelfs niet precies weet waar je grens ligt. Ga je mopperen en klagen? Dan weet je dat de grens overschreden is en is het zaak om in actie te komen. Doe iets. Want doe je niets, dan geeft je de Trump weer meer ruimte.

3. Onzekerheid: jezelf wegcijferen of overschreeuwen
Onzekerheid is een bitch en jouw Trumpje weet je precies daar te treffen. Die kwetsbaarheid wil je kost wat kost vermijden. Urenlang denk je na over de Trump – wat wil hij, wat denkt hij, hoe zou hij reageren als… – en zoek je manieren daarbij aan te sluiten. Je cijfert jezelf weg.
Of je kiest de andere optie: de vlucht naar voren. Dan doe je je groter, belangrijker, slimmer voor dan je je eigenlijk voelt. Ook daarmee bevestig je je eigen onzekerheid: een vicieuze cirkel.

Zie je hoe je zelf – onbedoeld en onbewust – de Trump in het zadel helpt? Het goede nieuws is: aan al deze punten valt te werken. Dus heb je last van een Trump-achtige type in jouw organisatie, gebruik dat gevoel om er zelf beter van te worden. Je hebt ideaal oefenmateriaal in handen!

Ik maak wel een kanttekening: “Van sommige dingen kan ik nog steeds niet geloven dat ze echt gebeurden!” En “ik kan mijn geluk niet in de handen van een ander leggen, dat gaat gewoon niet”. Uitspraken van iemand die uiteindelijk koos voor een andere baan. Want als het echt niet te doen is, is vertrekken altijd een optie. Leer, probeer, neem je invloed en geef tegengas, maar laat je niet kapot maken.

Herken je dit in jouw organisatie, in je eigen professionele leven of bij één van de medewerkers, laten we het er dan eens over hebben. Je kunt me bereiken via info@heldere-zaken of bel me op 06 52 372 572.

Met groet,
Vieve

NB
De term ‘Narcistische persoonlijkheid’ komt uit de DSM-5, het handboek voor diagnostisch en statistisch handboek voor psychiatrische aandoeningen. Ik ben geen psychiater en kan geen persoonlijkheidsstoornissen vaststellen. Daarom vermijd ik de aanduiding ‘narcist’.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Laten we het eens hebben over de ‘Trumpjes’ onder ons en hoe je daar mee om gaat. Denk aan je collega die bij doorvragen direct agressief in de verdediging schiet. Of je leidinggevende die jouw voorstel geïrriteerd van tafel veegt – maar positief reageert als een ander hetzelfde plan voorlegt. Of de medewerker die zanikt over de ander, maar ondertussen zelf de sfeer enorm negatief beïnvloedt.

 Je hebt vast al iemand in gedachten nu. En zo niet: De echte Trump is een mooi (extreem) voorbeeld van psychologische ongeletterdheid. Omdat het zo lekker actueel is, plaatste ik een berichtje op LinkedIn waarin ik de link legde. Met als uitsmijter: psychologische ongeletterdheid is overal. Ook in jouw organisatie.

En zo kwam ik in gesprek met mensen die de pech hebben dat ze een Trump-achtige collega of leidinggevende hebben. En ik vroeg hen het hemd van het lijf. Wat is hun ervaring, wat kun je doen, wat moet je zeker niet doen in de omgang met zo’n Trump? 

Het waren enerverende gesprekken over het samenwerken met een Trump. M’n gesprekspartners voelden zich in hun hemd gezet, niet gesteund door hun leidinggevende (of juist wel, maar dan hielp dat ook niet) en hun integriteit en goede intenties werden ernstig in twijfel getrokken. Korte lontjes, lange tenen. Moeilijk!

Voor je het weet ga je meedoen in al het gedoe van de Trump en wordt het van kwaad tot erger. Elke situatie is anders. Toch waren er een paar aanbevelingen die in elk gesprek terugkwamen. 

Dit zijn de belangrijkste lessons learned, rechtstreeks uit de praktijk.

1. Ga niet in je eentje met de Trump in gesprek maar vraag er iemand bij, bij voorkeur een collega die wat minder heftige emoties oproept bij de Trump. Zijn of haar aanwezigheid zal ervoor zorgen dat de felheid van het gesprek wat afneemt én je hebt een getuige van alles wat is besproken en de toon waarop dat ging. (Bonustip: maak een verslagje van zo’n gesprek en laat dit ook door je getuige onderschrijven. Zo voorkom je misinterpretaties en verdraaiingen. In de beeldspraak van een van m’n gesprekspartners: “We spraken af dat we een appeltaart gingen bakken, maar achteraf hield de Trump vol dat we een Indische Rijsttafel zouden maken”).

2. Focus op je eigen waarden in plaats van op al het gedoe van de Trump. Gedoe heeft als eigenschap dat het alle aandacht en energie naar zich toe zuigt. Ga er niet in mee. Realiseer je (opnieuw) hoe jij wilt werken, hoe jij bekend wilt staan in je organisatie en ben daar helder over. Ben jij van de transparantie? Van het teamwork? Van de heldere processen? Van de gelijkwaardigheid? Gebruik die waarden als kompas voor je reacties en benoem ze in gesprekken. Ze zullen ervoor zorgen dat je je rug recht kunt houden, ook als het niet gemakkelijk is. 

3. Laat je niet kapot maken. Komt het zover dat de Trump je leven en je werk bepaalt? Ben je boos, gefrustreerd, slaap je slecht, kun je nergens anders aan denken? Of het nou een teamissue is of een persoonlijke strijd tussen jou en de Trump: Zoek hulp. Ga naar een vertrouwenspersoon.
Wil je dat niet? Of ben je ervan overtuigd dat deze situatie niet zal veranderen? Realiseer je dan dat vertrekken altijd een optie is. Nee, je hebt het niet verdiend en nee, het is ook niet eerlijk. Maar dit is toch ook geen doen? En onthoud: je hebt niet verloren. Je bent trouw gebleven aan jezelf door jouw waarden in het leven als kompas te nemen. Als je niet (meer) bij de organisatie past – dan is dat wat het is. En ga je jouw mooie kwaliteiten ergens anders inzetten. 

Let wel: Gedoe doe je nooit in je eentje, het is altijd een wisselwerking. Dat geldt voor de Trump, maar net zo goed voor degene die met hem of haar te maken heeft – voor jou dus ook. 

Goed kunnen reflecteren op je eigen communicatie en gedrag is goud waard. Hoe beter je kunt reflecteren op eigen en andermans gedrag en communicatie, hoe beter je de relatie met anderen kunt opbouwen en onderhouden. Zodat je lekker kunt samenwerken, met minder ergernissen, frustraties en gedoe. 

Herken je dit in jouw organisatie, in je eigen professionele leven of bij één van de medewerkers, laten we het er dan eens over hebben. Je kunt me bereiken via info@heldere-zaken of bel me op 06 52 372 572.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Zwart-wit denken. Bot zijn. Reacties die buiten proportie zijn. Alles en overal willen controleren. De oorzaak van problemen buiten jezelf leggen. Kritische vragen uitleggen als wantrouwen. De eigen werkelijkheid zien als dé enige waarheid – allemaal voorbeelden van een soort van ‘psychologische ongeletterdheid’. 

Psychologisch ongeletterd. Dat ben je als je je emoties niet kunt herkennen, benutten, begrijpen en reguleren.

Mensen die niet zo goed op hun eigen gedrag kunnen reflecteren, ‘zijn’ hun gevoel in plaats van dat ze hun gevoel ‘hebben’. En vervolgens blijven ze daarin hangen. Ze zijn afstandelijk – ze voelen weinig – of juist erg emotioneel. In dat laatste geval kunnen ze ontploffen van woede of enorm gekwetst zijn en dragen deze emoties lang met zich mee. En dat is vaak de oorzaak van gedoe en spanningen op de werkvloer. Het punt is: ze hebben het vaak zelf niet zo in de gaten, ze weten niet beter.

(Oeh! Even tussen jou en mij: de eerste dertig jaar van mijn leven, en ook nog wel langer, was ik behoorlijk psychologisch ongeletterd. Ik kon vreselijk boos-beledigd-teleurgesteld zijn en dat maanden volhouden. Zonder dat ik mijn eigen aandeel zag.)

‘Psychologisch ongeletterden’ kom je overal tegen. Mannen en vrouwen in alle leeftijden. Introvert en extravert. Vriendelijk en onvriendelijk. Succesvol of juist niet. En opleidingsniveau heeft er ook niks mee te maken.

Goed kunnen reflecteren is goud waard
Hoe beter je kunt reflecteren op eigen en andermans gedrag en communicatie, hoe beter je de relatie met anderen kunt opbouwen en onderhouden. Zo vergroot je je kans op sociaal en maatschappelijk succes.

Dát is de kern van het werk van Heldere Zaken.

Half Nederland is psychologisch ongeletterd. 
Mocht je jezelf – of een ander – herkennen, realiseer je dan dat zo’n beetje half Nederland onder deze definitie valt. Kijk maar eens naar de felheid en agressieve toon van de corona-discussies. Need I say more? 

Psychologische ongeletterdheid is geen schande. Helemaal niet! Maar het is niet handig en ook niet nodig. Je kunt het leren. Daarna beweeg je gemakkelijker door je werk en je leven. Met minder ergernissen, frustraties en gedoe. 

Dus als je het herkent, in je eigen professionele leven of bij één van de medewerkers, laten we het er dan eens over hebben. Coronaproof natuurlijk. Bel me op 06 52 372 572.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Ken je de Dramadriehoek? Het is een eenvoudig schema met de patronen van inefficiënte communicatie. Je ziet in één klap hoe spanning ontstaat tussen mensen. Dat zit ‘m in ongelijkwaardigheid. Iemand voelt zich beter of juist minder dan de ander. Dat, in combinatie met een – vaak onbewuste – verborgen boodschap, maakt dat er spanningen en gedoe ontstaat.

Nobelprijs voor de Vrede
Degene die de Dramadriehoek ontwikkelde, dr. Stephen Karpman, verdient wat mij betreft de Nobelprijs voor de Vrede. Omdat kennis van de ‘dynamiek van gedoe’ zoveel conflicten, irritaties en verdriet scheelt. Het leert je wat je zelf doet in het gedoe. En als je dat begrijpt, ontdek je de opties om het te stoppen of te voorkomen.

En als dat niet lukt: Nobelprijs voor de Geneeskunde
Oh hij is al vergeven, de Nobelprijs voor de Vrede? Dan nomineer ik dr. Karpman met evenveel plezier voor de Nobelprijs voor de Geneeskunde. Omdat je minder fysieke klachten hebt als je minder piekert, zorgen maakt, doem denkt. Langdurige stress gaat in je lijf zitten: hoofdpijn, rugpijn, buikpijn, slecht slapen… – afijn. You know.

Dr. Karpman en ik, mei 2014

Kortom: Karpman verdient die prijs. En dat meen ik uit de grond van mijn hart. Het snappen van de dynamiek van gedoe maakt mijn leven stukken prettiger. En als je wilt, het jouwe ook.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Maandagochtend om 09.00 uur zou het paard geleverd worden. Het was zaterdagmiddag 16.00 uur. Cash nodig, en snel. Maar waar haal ik nu zoveel contant geld?

Internet stuurt me naar het centrum, maar daar is geen bank te bekennen. Shit. Het is al 16.30 uur. Bij de boekhandel vraag ik of de verkoopster weet waar de ING hier ergens zit?

“De bank? Oh, maar die is hier. Wij hebben zo’n automaat.”
Ze wijst. Tussen de wenskaarten en het cadeaupapier staat een gele parkeermeter.
Pardon?? Nou, dat lijkt me niet zo geschikt. Big monnies, mevrouw, daar ga ik hier niet mee hannessen!
“Oh. Ik zocht de echte bank.”
“Dit IS de echte bank tegenwoordig. Wilt u geld storten?”
“Uh,” ik aarzel – wat heeft zij ermee te maken – “nee, ik moet geld opnemen.”
“Nou, dat kan ook hoor.”
Ik, overrompeld: “OK… maar ook een groot bedrag?”
“Hoeveel moet u hebben dan?”
Ik, zachtjes – heel gek dit, maar verdorie, haast! : “Vijfduizend euro.”

Roept ze keihard naar de andere kant van de winkel:
“HÉ SANDRA, DEZE MEVROUW WIL VIJFDUIZEND EURO OPNEMEN! DAT KAN TOCH GEWOON HE?”

Ik sis: “Ja zeg! Nog harder!”
Grrr wat stom.

De bewuste geldautomaat

Weet je hoe lang het duurt voordat zo’n machine 100 x een briefje van 50 heeft geteld? Láng, heel lang. Zeker als je in de schijnwerpers staat.

Hoor ik diezelfde mevrouw achter me: “Nu voel ik me verplicht om u te bewaken.”
Pfft ja, tuurlijk. Wat moet jij nou tegen een grote boze overvaller met een mes? “Ah dat is fijn, want ik sta hier echt niet op mijn gemak.”

Ik heb die stapel briefjes zo in mijn tas gegooid, ben de winkel uitgerend en hard naar huis gefietst. Natellen komt later wel.

De f*ck! Wat gebeurde daar nou?

  • Het gedoe begint al bij de verwachtingen. Wist ik veel dat ik out in the open, midden in de boekhandel, zo’n groot bedrag ging pinnen. Had ik het wel geweten, dan was ik niet in mijn eentje gegaan. Minpunten voor de bank.
  • En dan die – goedbedoelende maar oei, wat suffe – verkoopster. Die was kennelijk niet bijgepraat over ‘hoe om te gaan met geldautomaat in de winkel’. Minpunten voor de boekhandel.
  • Ook minpunten voor mij. Want ik vond er van alles van maar liet het gewoon gebeuren. Ik was verbluft en voelde de tijdsdruk. Het was beter geweest als ik had gezegd wat ik ervaarde: ‘Dit voelt helemaal niet goed. Zelfs onveilig! Hoe kunnen we dat oplossen?’

Op maandag werd het paard afgekeurd. Kon ik weer terug met m’n briefjes. Zelfde boekhandel, zelfde apparaat, zelfde bedrag, maar zonder omroepster deze keer.

NB
Naar aanleiding van dit voorval heb ik contact gehad met Remco van De Geldmaat (die gele parkeermeters). Wat blijkt? Het wordt gezien als een vanzelfsprekendheid dat het personeel van zo’n winkel weet hoe mee om te gaan met klanten voor dat ding. Ze krijgen wel een infomap. Over bovenstaand relaas zegt hij “je mag er toch vanuit gaan dat iedereen snapt dat het zo niet kan”. Ja, dat zou je denken, maar ja…

Hij vertelt dat een nieuwe site in de maak is waar de plek – en dus de privacy – van de automaten wordt vermeld. Mooi, dat gaat gedoe schelen.

Remco vroeg mij ook in welke winkel dit was en dat heb ik hem verteld. Ai, ben ik nu aan het snitchen? Had ik zelf dit stukje moeten laten lezen aan de verkoopster? Nee, ik kies ervoor om dat niet te doen en hier te volstaan met wat ik ook tien keer tegen Remco heb gezegd: ‘Ik weet dat ze het goed bedoelde, het pakte alleen zo rottig uit’.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Zo’n driekwart van de mensen die ik begeleid vindt het moeilijk om op een heldere manier te zeggen wat ze vinden. Ze komen niet uit hun woorden, passen zich te veel aan, denken er heel erg over na. Of ze houden gewoon hun meningen en irritaties onder de pet. Gevolg: diepe vermoeidheid, weinig plezier in ’t werk, veel zorgen.

De overige 25% heeft juist een te rappe tong. Zij geven hebben al gezegd wat ze denken voordat zij zich de consequenties realiseren. Gevolg: irritaties, ruzie en onbegrip. En spijt! Vaak hebben ze, als de emoties wat gezakt zijn, spijt van hun directe of harde woorden.

Soms kom je iemand tegen uit die laatste categorie die er gewoon uit flapt wat -ie vindt, zonder zich bewust te zijn van het effect op de ander. Verbazingwekkend, grappig én lastig voor hun omgeving.

Dit is een verhaal uit het echte leven. Ik verzin dit niet.

De situatie:

  • Dochter wil een gewone bril + een zonnebril op sterkte.
  • Brillenwinkel heeft actie: 2 brillen voor de prijs van 1 + nog een weggeefbril.
  • De laatste mag ik.
  • Ivm corona werkt de winkel op afspraak: om 17.00 uur zijn we welkom.
  • Dochter doet zo’n ogentest, ik ga alvast uitzoeken.

En dan komt het.
Ik: ‘Hallo, ik kom voor een zonnebril.’
Verkoopster: ‘OK. Na het passen legt u ze daar neer. Dan poets ik ze. Maar niet meer dan vijf brillen proberen, want anders blijf ik poetsen.’

Huh? Daar heb ik even niet van terug. Ik voel me acuut een lastige klant en heb geen zin meer om een bril te passen.

Maar wacht ‘s, ik ben van Heldere Zaken, hier kan ik mee omgaan. Dus doe ik een poging om te zeggen dat ik haar reactie niet fijn vind en in één moeite door de sfeer een beetje te pimpen:

Ik: ‘Nou, dat klinkt erg ongezellig. Zo heb ik eigenlijk geen zin meer om een bril te passen. Het plan was dat mijn dochter de twee brillen zou nemen en ik de derde. En het mooiste zou zijn als we daarvoor in één keer kunnen slagen.’
Zij: Ja, dat zou inderdaad heel mooi zijn, want we willen wel graag om zes uur naar huis’.

SORRY?! ZEI ZE DAT NOU ECHT?
Toen stuurde ik dit appje naar Dochter, die gezellig zat te kletsen met de ogentester:

Gelukkig heeft Dochter een prachtig hoofd waar we ruim binnen de tijd twee geweldige brillen voor vonden. Nee, voor mij geen bril.

Verkoopster: ‘Studeer je?’
Dochter: ‘Ja, ik studeer politicologie.’
Zij: Oh? Dat lijkt me zo saai. Mijn dochter studeert fiscale economie. Ik zeg altijd: ik snap niet wat je eraan vindt. Maar ja, we kunnen niet allemaal in een brillenwinkel werken, hè.’.
Dochter: ‘Ehh… nee, dat klopt.’

Gelukkig had de onverwoestbare eerlijkheid van deze mevrouw ook voordelen. We twijfelden over extra kraswering. Ik vroeg haar: ‘Wat zou je zelf kiezen?’ Waarop zij antwoordde: De goedkoopste. Het heeft allemaal geen zin bij zulke dunne glazen.’

Wat gebeurt hier nou?
Eén ding is zeker: deze mevrouw is niet de eigenaresse van de zaak.
Ze denkt onvoldoende na over haar rol als verkoopster en over het doel van ons gesprek (= zoveel mogelijk brillen verkopen, lijkt me). Natuurlijk hoeft ze ons niet naar de mond te praten en ik hou van eerlijkheid. Maar op deze manier gaat zij uit contact.
Vervolgens probeer ik dat te herstellen – want ik vind het niet fijn als ’t niet lekker loopt tussen mij en een ander – en doe een poging om de sfeer te verbeteren. Gezien onze rollen als verkoopster en klant zou je dat juist andersom verwachten.

Hoe kun je slim met dit type flapuit omgaan?  
Deze wijze van communiceren maakt dat de andere het contact verbreekt of – zoals ik – haar (onbewuste) uitnodiging aanneemt om irritaties uit te wisselen. Niet dat dat zin heeft, het wordt er alleen maar erger door.
Het handigst is om je te realiseren dat het niet over jou gaat – zo’n mevrouw-zonder- filter zegt ook maar net wat er haar in ’t hoofd valt. Het heeft ook wel iets verfrissends. ?

Wat kun je doen als zo iemand je collega is en je er last van hebt?
Poor you. Dat is niet zo fijn.

  1. Mijn belangrijkste tip: maak van je hart geen moordkuil. Breng het ter sprake. Er is maar weinig zo slecht voor een mens als het inslikken van grote irritaties, die gaan een eigen leven leiden.
  2. Ga ervan uit dat je collega dit uit onkunde doet, niet uit onwil.
  3. Blijf zoveel mogelijk bij de feiten. Vertel wat jij ziet en hoort. Vraag waarom hij of zij het zo doet.
  4. Geef aan hoe je denkt dat het beter kan. De kunst is om het zo te vertellen dat de ander het begrijpt en niet in de verdediging schiet. Het kan helpen om de rollen eens om te draaien. Zo van ‘hoe zou je het vinden als jij…’
  5. Maak het niet persoonlijk, hou de focus op het doel. In dit geval: verkopen van zoveel mogelijk brillen, tevreden klanten, aanbevelingen. En lekker samenwerken natuurlijk.
  6. En hou de humor erin!

Hoe het afliep:
Het kwam goed. Dochter heeft twee mooie brillen en ik heb m’n zonnebril uitgezocht op een andere dag en bij een andere verkoopster. Verder doet de zin we kunnen niet allemaal in een brillenwinkel werken, hè’ het nog steeds erg goed bij ons thuis.

Herkenbaar?
Bij jou in je bedrijf, op de afdeling? Is de houding van die medewerker of collega niet prettig of zelfs een risico voor de zaak?
Kortom: moet het anders maar weet je niet meer hoe, alles al geprobeerd? Neem eens contact op. Ik heb al voor hete vuren gestaan qua communicatie en zet mijn ervaring en kennis graag in. 
Mail me voor een vrijblijvend gesprek. Altijd welkom.

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Wat doe jij als iemand op je werk je keihard besodemieterd?
Je gewoon bikkelhard laat vallen? Terwijl jij dacht dat diegene jouw partner in crime was?
Zoals: je vertelt iets in vertrouwen maar via via hoor je het terug. Au, pijnlijk!
Of je verwacht steun van je collega maar in plaats daarvan kijkt ie heel erg de andere kant op.
Of je hebt hard gewerkt aan een onderzoek maar – heel gek – alleen de naam van je professor staat op het proefschrift.

Wat doe jij dan?
Ga je tegen hem tekeer? Vertel je hem even precies wat je ervan vindt?
Of hou je liever je mond? Ga je huilen op de wc en ’s avonds chagrijnen tegen je partner? Bang dat Dave of  Sophie nooit meer tegen je praat?

Dit is wat ik weet.
Je mond houden is een slecht plan. Op korte termijn misschien de gemakkelijkste keuze – maar als je dit verraad ‘doorslikt’, werk jij jezelf dichter naar een burn-out toe. Dat meen ik serieus. Boosheid na verraad is een enorm krachtige motor en wanneer jij die boosheid binnenhoudt, gaat die letterlijk in je lijf zitten. Daar gaat het gisten en dan wordt het wrok.

Ik las ooit: ‘Wrok is als het drinken van vergif en verwachten dat de ander eraan doodgaat’*. En zo is het precies.

Van wrok word je bepaald geen leuker mens, in ieder geval niet voor jezelf. En dat terwijl degene door wie je je verraden voelt misschien niet eens weet dat je zo boos bent.

Maar hoe dan?
Het moet eruit, die woede!

Ik ken mensen waarbij het lijkt alsof ze de boosheid koesteren. Ze voelen zich zó verraden – zo erg, dat het nooit vergeten mag worden! En ergens hebben ze gelijk, want er is hun iets aangedaan wat ze vreselijk vinden.
Maar dan? Wat moet je met al dat gelijk? Het helpt je niet, je wordt er niet gelukkiger van.

Dus neem je mentale en fysieke gezondheid serieus. Stop met het vertroetelen van je boosheid. 
Een paar suggesties:

  • Met stip op één: alsnog een goed gesprek met je verrader. Vertel hem of haar over je teleurstelling en over je boosheid. Het is heerlijk als het (h)erkent wordt, zodat je daarna weer samen kunt werken. Wellicht niet als voorheen, maar toch.
    En ja, het kan ook dat je niet begrepen wordt. Dan nog – hoe pijnlijk ook – is deze optie het best. Zeggen wat je op je lever hebt, opkomen voor jezelf, je boosheid adresseren: dát is goed voor een mens.
  • Is een confrontatie te spannend? Plan B is het schrijven van een brief. Kun je op je gemak onder woorden brengen wat je wilt zeggen. Het mooie is: voor het effect hoef je ‘m niet eens op te sturen. De magic zit al in het schrijven.
  • Wil je het toch delen met iemand? Vertel het aan een goede vriend(in). Bedenk goed wat je nodig hebt om de emoties van het verraad te verminderen, want voor je het weet word je – goedbedoeld – overladen met tips en adviezen waar je niet op zit te wachten.
  • Sporten! En dan het liefst iets waarbij je mag schoppen en slaan. Boksen, tae kwondo – Heerlijk! Maar ook hardlopen of spinnen werkt goed. In combinatie met een van bovenstaande brengt het je focus weer bij jezelf en minder bij de ander.
  • Kom je er niet uit? Alles geprobeerd maar het laat je niet los? Zoek dan hulp. Het is zo zonde van je energie. 

Het leven is te kort om het in boosheid door te brengen.
It’s all about inner peace, honey!

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

De situatie:

  • Klant heeft paardrijles.
  • Instructeur kijkt en denkt: ‘Dit kan niet! Ze is te zwaar.’
  • Hij checkt bij manegehouder.
  • Manegehouder kijkt en oordeelt: klopt, te zwaar.
  • Klant krijgt na de les te horen ‘Je bent te zwaar om paard te rijden’.
  • Klant vertrekt.

Helder verhaal, denk je dan. Te zwaar = te zwaar.
Arm beest. Het is maar goed dat daar een stokje voor gestoken wordt.

Klaar.

Maar zo eenvoudig is gedoe nooit.
Dit is een verhaal over de complexiteit van gedoe, over alles wat niet is gezegd is. En wel gezegd had moeten worden.

‘Er komt zo iemand naar je kijken’
Vroeger was Marleen een echt pennymeisje. Nu is ze 37 jaar en kriebelt het weer. Ze neemt een privéles. Kan ze het nog? Ja! Oh, wat is dit heerlijk!
Tot de instructeur zegt: ‘Ik weet niet precies wat de regels hiervoor zijn maar ik denk dat je te zwaar bent om te rijden. Er komt zo iemand naar je kijken.’

BAM.
In één klap is het plezier is weg. Marleen voelt zich opeens bekeken. Er zitten mensen in de kantine – hebben ze gezien, hebben ze het over haar? En tot overmaat van ramp kijkt de eigenaar van de manege door een raampje naar haar.
Oh shit...
Hier kickt de schaamte in.
Bij het afrekenen geeft de instructeur aan dat ze inderdaad te zwaar is om te rijden. Het liefst zakt ze ter plekke door de grond.

Ik vroeg Marleen hoe ze het ervaren heeft
‘Ik weet niet meer wat hij exact zei, alleen dat het zo tussen neus en lippen doorging, dat ze het vervelend vond om te zeggen, maar dat Henk had gekeken en dat ik toch echt te zwaar was. Het enige dat ik toen wilde was weg. Weg! Als een muisje wegglippen.

Ik ben zwaar, dat weet ik zelf ook. Dat kan iedereen zien. En toch was het heel confronterend. Het was de eerste keer dat ik iets niet kon door mijn gewicht. Ik had er echt niet bij stilgestaan dat ik te zwaar zou kunnen zijn om te rijden.

En dan nog he. Even heel eerlijk: Stel dat ze gevraagd zouden hebben, ‘hoe zwaar ben je’ dan had ik het waarschijnlijk niet eerlijk gezegd. Dit is wat ik doe en wat andere dikke mensen ook doen: liegen over hun gewicht. Vijf kilo of zeven kilo, dat verschil kun je toch niet zien. Maar ja, een paard voelt dat wel natuurlijk.

Bij het afspreken van de les is niet gezegd dat er een maximaal gewicht is om paard te rijden. Ik had het echt veel fijner gevonden als het van tevoren duidelijk was. En dat je bij twijfel al beoordeeld wordt. Staat het ergens op de website? Dat zou al helpen.

Wat ik een beetje raar vind: ik zie wel vaker mensen op een paard zitten van wie ik denk ‘jij bent ook te zwaar!’ Dat klopt niet toch? Zij wel en ik niet? Maar van de andere kant begrijp ik het ook wel. Want hoe zeg je nou tegen iemand die is gaan rijden toen -ie 80 kilo woog, dat -ie nu te zwaar is? En wanneer zeg je dat? Het is een dilemma.

Maar ik ga het oplossen voor mezelf. Straks kan ik er wel weer op, als ik minder zwaar ben. Daar kijk ik echt naar uit.”

De visie van Henk, eigenaar van de manege
‘Ja, het is echt een probleem van de laatste tijd. We zijn met z’n allen zwaarder geworden. Ook kinderen zijn veel dikker dan vroeger.
’t Is net zoiets als een te zware rugzak. Die kan je wel even dragen, maar niet urenlang. Je gaat toch ook niet hardlopen met een zak aardappelen? Best gek toch, dat mensen zelf niet zien dat ze te zwaar zijn? Dat dat zo niet gaat?

En de paarden kunnen niet kiezen. Dus dat moet ik voor ze doen. En dan moet ik zeggen dat het zo niet kan. Beroerd hoor. Zeker als ze al een paar lessen gehad hebben. Want ja – waarom zeg je het dan niet meteen? Tja. Niet gezien? Niet gedurfd? Het is gewoon een moeilijk onderwerp.

En nog zoiets, ook zo ingewikkeld. Er zijn mensen die jaren geleden zijn begonnen met lessen, maar steeds een beetje zwaarder zijn geworden. Wanneer zeg je ‘nou kan het niet meer, je mag er niet meer op?’

En weet je, er wordt over gelogen. Mensen zeggen gewoon niet hoe zwaar ze zijn. Als er gevraagd wordt ‘hoe zwaar ben je?’ zeggen ze dan eerlijk ’92 kilo’ of liegen ze er wat van af? Tuurlijk, je kan het bepalen op basis van BMI, maar ik ga toch niet met een weegschaal en een meetlint naast mijn klanten staan? Dat vind ik gênant.

En dan zeggen mensen: het gaat niet alleen om het gewicht, het gaat ook om hoe je rijdt en in het zadel zit. En dat klopt, dat maakt zeker wat uit. Maar wij maken geen uitzonderingen meer. Als je te zwaar bent, mag je gewoon niet rijden op een van onze paarden. Zo simpel is het.”

Schaamte en hoe het weer goed kwam
Dit is gedoe, spanning tussen mensen, onzekerheid. Het lijkt alsof het hier gaat over de zorg voor de paarden. Maar weet je waar de échte spanning zat? In het feit dat Marleen en Henk na dit superongemakkelijke voorval het er helemaal niet meer over gehad hebben. Ze deden beiden alsof het niet gebeurd was.

Marleen verwoordde het zo: ‘Naderhand komt je elkaar tegen en dan staat het nog tussen je in, je wil iets zeggen om de spanning uit de lucht te halen. Wat ik eigenlijk wil zeggen is iets als: ‘goh ik schaam me kapot’ maar ja, dat ga je ook niet zeggen.’

Marleen was zo opgelucht toen Henk haar vroeg of ze met mij wilde praten hierover. Omdat uit die vraag bleek dat het niet alleen voor haar een vervelende situatie was geweest – maar voor hem net zo goed. Die erkenning van wederzijdse narigheid maakt zoveel goed. Dan wordt de relatie weer een beetje gelijkwaardig, dan kun je het pas echt achter je laten.

Helderheid helpt
Gedoe ontstaat als de verwachtingen niet helder zijn. Niemand wil zichzelf graag in een gênante situatie plaatsen. Mensen willen zelf kiezen. Maar dat kan pas als ze weten wat de regels zijn.

Dus mijn dikke tip: ben helder! Over de afspraken, over de verwachtingen.

In dit geval betekent dat overal en altijd het maximale gewicht communiceren. Op de site, op het inschrijfformulier en bij een intake. En als iemand toch te zwaar op het paard belandt: niet om heen draaien, maar zeggen. Scheelt heel veel gedoe. 

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]

Ik hou van cowboys. En ook van cowgirls trouwens. Ik kan gruwelijk genieten van paardrijden (veel en lang, heerlijk!) en van het westernwereldje. Dat stoere. Dat het allemaal niet zo netjes hoeft. Dat ‘doe-maar-gewoon-dan-doe-je-gek-genoeg’-sfeertje. What you see is what you get. En ondertussen is iedereen toch bezig met z’n imago, het is net het gewone leven ?

Maar mensen hebben er een beeld bij. 

‘Ah Vieve, haha, echt waar? Cowboys?! Dan sta je ook zo te dansen, zo met z’n allen op een rijtje?’

Nee, dat dan weer niet. Ik hou van westernrijden en daar komt een hoop gezelligheid bij kijken, maar linedancen hoort daar niet bij. Niets ten nadele van iedereen die dat wel geweldig vindt, maar ik ga niet zo goed op acky breaky heart.

Van die aannames dus. Ik ken ze ook uit mijn werk.

‘Vieve, haha, echt waar? Jij bent coach? Dus jij zet mensen in hun kracht?‘ (En dan van die luchtaccolades, je weet wel, met hun vingers.)

Ja, ik ben coach, maar nee, ik zet niemand ‘in z’n kracht’. Het klinkt lekker maar ik weet niet precies wat ermee bedoeld wordt. En niets ten nadele van de coaches die die uitdrukking wel gebruiken, maar voor mij het niet concreet genoeg.

Want wat ik doe is namelijk hartstikke praktisch en toepasbaar. Ik leg je uit waarom je doet wat je doet en hoe je het kunt aanpassen. Het is een een combinatie van persoonlijke coaching en psycho-educatie op basis van Transactionele Analyse. Na afloop van een Heldere Zakentraject begrijp je de dynamiek tussen jou en je collega’s, leidinggevenden en klanten en weet je wat je er zelf aan kunt doen.

Eén van de deelnemers van het eerste online programma:
“Ik ben heel enthousiast! De methodiek van Vieve is toegankelijk, het voelt vanzelfsprekend. Het gaat uit van hoe je nu denkt en reageert en hoe je dat iets zou kunnen bijstellen zodat je zelf geen onderdeel meer bent van het gedoe. Je hoeft dus niet iets helemaal nieuws te leren. Het is super.”

Heb jij ook gedoe op je werk? Irritaties, conflicten, onzekerheid of hoge werkdruk? In het traject ‘Van Gedoe naar Helderheid’ zoeken we nieuwe opties om met de spanningen tussen jou en je collega’s, leidinggevende of klanten te dealen. Opties die passen bij jou én bij de organisatie, anders werkt het niet.

Op 9 juni aanstaande gaan we van start met dit intensief online programma. Het zijn individuele gesprekken, groepscalls, opdrachten, reflecties en heel veel inspiratie – op basis van Transactionele Analyse. Er is slechts plek voor vijf deelnemers. Neem contact op, dan overleggen we of dit programma past bij jouw situatie. Je kunt mailen naar info@heldere-zaken.nl

De Heldere Zaken updates in je mailbox? Schrijf je hier in.

[yikes-mailchimp form="1"]